Nieuwe box 3 stelsel op basis van werkelijk rendement uitgesteld
De uitspraak van de Hoge Raad over het geboden rechtsherstel in juni van dit jaar heeft zowel financiële consequenties als consequenties voor de uitvoering. De afgelopen tijd is daarom eerst onderzocht of een stelsel op basis van werkelijk rendement toch in te voeren is per 2027. Zo is er gekeken of het mogelijk is om het nieuwe box 3 stelsel in stappen in te voeren. Uit de verkenning is gebleken dat zo’n een tussenvariant voor zowel belastingplichtigen als de Belastingdienst complex is. De Raad van State heeft bovendien een aantal bezwaren geuit in het recent gepubliceerde advies over het nieuwe stelsel. Dit advies wordt op dit moment bestudeerd en mogelijke opties worden gewogen. Een stelsel op basis van werkelijk rendement is nog steeds het uitgangspunt voor dit kabinet. Het doel is een nieuw stelsel per 2028 in te voeren.
Het heeft de voorkeur van het kabinet om duidelijkheid te bieden aan belastingplichtigen, zodat zij niet afwisselend met verschillende vormen van een box 3 belasting worden geconfronteerd. Er is daarom gekozen om het huidige stelsel met een tegenbewijsregeling in ieder geval een jaar langer in stand te houden, dus tot en met 2027.
Het uitstel van het nieuwe stelsel zonder aanpassingen in het huidige stelsel betekent wel een aanvullende derving van zo’n 2,5 miljard euro in 2027. Het uitgangspunt voor het kabinet is om dit zoveel mogelijk op te vangen binnen box 3. Dit wil het kabinet vooralsnog doen door in het huidige stelsel per 2026 het forfait voor de overige bezittingen te verhogen met 1,78 procent en het verlagen van het heffingvrije vermogen naar 52.048 euro. Doordat de mogelijkheid van tegenbewijs blijft bestaan, kunnen belastingplichtigen waarvan het werkelijk rendement lager is dan het forfaitaire rendement ook in 2027 gebruik blijven maken van het formulier opgaaf werkelijk rendement.
Documenten
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.