vrijdag 31 januari 2025

Spaarders hebben recordbedrag van dik 600 miljard euro op de bank

Nederlandse huishoudens hebben een recordbedrag van 600,5 miljard euro op betaal- en spaarrekeningen staan, zo meldt De Nederlandsche Bank (DNB).

De tegoeden namen vorig jaar met 24,2 miljard euro toe. Dat is meer dan in 2023, toen het om 14,9 miljard euro ging.

Alleen in de coronajaren 2020 tot en met 2022 spaarden huishoudens meer, gemiddeld 38,7 miljard euro per jaar.

Op buitenlandse rekeningen staat nog minimaal 16 miljard euro.

De toename van de banktegoeden is alleen terug te zien op spaarrekeningen. Het bedrag op betaalrekeningen daalde juist. Eind 2024 stond er 113,4 miljard euro op de betaalrekeningen van Nederlandse huishoudens bij Nederlandse banken.

Rabobank en EIB vergroten wederom steun voor milieubewust MKB

De Europese Investeringsbank (EIB) en Rabobank breiden hun steun voor milieubewuste ondernemers uit. Met dit nieuwe programma komt 300 miljoen euro beschikbaar voor koplopers op het gebied van duurzaamheid in het MKB-segment. In de afgelopen negen jaar heeft Rabobank in samenwerking met de EIB totaal ruim 1,8 miljard euro aan duurzame financieringen verstrekt aan meer dan 1.000 MKB-ondernemingen.

Duurzaamheid is een van de belangrijkste pijlers in de strategie van zowel de EIB als Rabobank. Het wordt voor ondernemers steeds belangrijker om te investeren in een duurzame toekomst. Rabobank is er trots op om de succesvolle samenwerking met de EIB voort te zetten en ondernemers middels de Rabo Impactlening te stimuleren om duurzaam te investeren. Sinds 2015 profiteren milieubewuste ondernemingen van de gunstige kredietvoorwaarden met de door de EIB gesteunde Rabo Impactlening.

donderdag 30 januari 2025

Gebrek aan deskundig advies vergroot risico op financiële ongelijkheid

Uit recent onderzoek van de Volksbank en SNS blijkt dat 63% van de Nederlanders graag persoonlijk advies van een financieel expert zou willen ontvangen. Desondanks maakt slechts een beperkte groep gebruik van professioneel financieel advies.

Met name de overgrote meerderheid van financieel kwetsbaren en jongeren van de Generatie Z hebben nog nooit een financieel adviseur gesproken. Dit kan ervoor zorgen dat de kloof tussen rijk en arm verder wordt vergroot, waarschuwen de Volksbank en SNS.

Onderzoek toont aan dat bijna 6 op de 10 financieel kwetsbaren nog nooit met een financieel expert heeft gesproken. Redenen hiervoor zijn onder andere onzekerheid over hoe ze in contact kunnen komen met een expert (35%), twijfels of een gesprek voor hen bedoeld is (34%), en de kosten (31%). Schaamte speelt ook een rol; 1 op de 7 financieel kwetsbaren schaamt zich om hun geldzaken te delen. “31% van de financieel kwetsbaren heeft het idee dat ze belangrijke doelen niet kunnen bereiken door een gebrek aan kennis. Persoonlijk financieel advies zou hierbij kunnen helpen. Juist voor deze groep is dit niet goed toegankelijk, wat de kloof vergroot”, aldus dr. Cramwinckel.

70% van de volwassen Generatie Z (18-24 jaar) heeft nog nooit met een financieel expert gesproken, terwijl de behoefte aan advies groot is. Deze jongeren hebben een opvallend grote interesse in financiële onderwerpen zoals de eerste woning (29%) en studieschuld (25%), maar halen vaak informatie bij ondeskundige bronnen zoals familie, vrienden en social media. 52% van hen weet niet hoe ze contact kunnen opnemen met hun bank voor financieel advies.

Relevante data:
Financiële informatiebronnen: jongeren vertrouwen vaak op vrienden, familie of internet in plaats van experts, wat hen vatbaarder maakt voor verkeerde keuzes (Wijzer in geldzaken, 2024; AFM, 2023).
Brede interesse: financieel kwetsbare groepen hebben een opvallend brede interesse in onderwerpen zoals toeslagen, huren vs. kopen, en studieschulden, maar hebben vaak de minste toegang tot betrouwbare informatie.
Adviesbehoefte: 88% van de Nederlanders wil informatie of advies over minstens één financieel onderwerp, maar slechts een klein deel ontvangt persoonlijk advies van een expert.
Financiële interesse jongeren 18-24 jaar: in deze groep is er bijvoorbeeld tien keer zoveel interesse in onderwerpen zoals de eerste woning (29% vs. 3%) of studieschuld (25% vs. 2%) dan bij oudere volwassenen (35+).
Advies van de bank: slechts 12% wil géén advies of informatie van hun bank ontvangen over financiële onderwerpen die ze interessant vinden. Bijna 9 op de 10 wil dus over minimaal één interessant onderwerp wél advies van hun bank. Dit advies ontvangen mensen van alle leeftijden het liefst tijdens een persoonlijk gesprek, of een telefoongesprek.

ECB volledig gestopt met herinvesteren van aflopende obligaties

Van oktober 2014 tot en met medio 2022 heeft het Eurosysteem (staats)obligaties gekocht om inflatie te stimuleren. Dit programma wordt in de economenwereld ook wel Quantitative Easing (QE) genoemd en is in het leven geroepen toen beleidsrentes niet verder konden worden verlaagd.

Tot eind 2024 is nog een deel van de aflopende obligaties geherinvesteerd, en met ingang van dit jaar is de ECB volledig gestopt met alle aankopen. In dit artikel blikken we terug op tien jaar obligatieaankopen: wat heeft dit betekend voor ons beleid en wat was het effect op financiële markten?

QE is de Engelse term voor wat we in het Nederlands kwantitatieve verruiming noemen. Kort gezegd: de totale beschikbare hoeveelheid geld neemt ermee toe. Onder de verschillende QE-programma’s kochten de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken – die samen het Eurosysteem vormen – obligaties op. Dat zijn grote leningen die in losse stukken op de financiële markten kunnen worden verhandeld.

Het op grote schaal aankopen van obligaties heeft als doel de inflatie aan te wakkeren door de economische bedrijvigheid te stimuleren. Dat werkt als volgt: het opkopen van obligaties zorgt ervoor dat de rente op langlopende leningen daalt, doordat er meer vraag is naar deze leningen. Een lagere rente maakt het vervolgens aantrekkelijker voor bedrijven, particulieren en overheden om geld te lenen voor investeringen of uitgaven en dat komt de economische activiteit weer ten goede.

Het Eurosysteem kocht vooral obligaties van overheden, maar ook van kredietwaardige bedrijven en banken. De meeste aankopen zijn uitgevoerd door de nationale centrale banken, waaronder dus De Nederlandsche Bank. Onze handelaren hebben meer dan 18.000 transacties uitgevoerd om dit mogelijk te maken.

De ECB bevestigde tijdens de monetaire vergadering afgelopen december te zullen stoppen met ‘herinvesteren’, oftewel: we investeren het geld dat vrijkomt uit aflopende obligaties niet meer opnieuw. Het volledig stoppen van herinvesteren is de laatste stap in het geleidelijk afbouwen van de aanwezigheid van het Eurosysteem in de markt voor (staats)obligaties.

Halverwege 2022 is het Eurosysteem al gestopt met netto-aankopen, wat erop neerkomt dat de totale hoeveelheid obligaties die DNB en de andere banken in het Eurosysteem bezitten niet langer toeneemt. Sindsdien heeft het Eurosysteem nog wel aankopen gedaan, maar louter om een deel van de aflopende obligaties te vervangen. Het laten aflopen van de obligaties zonder daar opnieuw in te investeren, is een passieve vorm van Quantitative Tightening (QT, het spiegelbeeld van QE).

De Eurosysteem-balans is de afgelopen jaren mede door QT al geslonken (figuur 1). Ter illustratie: eind 2024 had het Eurosysteem nog EUR 4.300 miljard aan obligaties op haar balans staan, ten opzichte van een piek van EUR 5.000 miljard eind juni 2022. Door deze geleidelijke overgang hebben financiële markten kunnen wennen aan onze kleinere rol. Vanaf 2025 koopt het Eurosysteem helemaal niet meer aan, waardoor de balans vanzelf verder krimpt. De afbouw van de obligatieportefeuilles zal vooral in de eerste vijf tot tien jaar snel gaan. Het restant van de portefeuille loopt daarna geleidelijk af en eindigt op nul. 

woensdag 29 januari 2025

Nieuwe directie Univé Schade en Univé Her: Monique Anbergen treedt toe, Marco Nanne benoemd tot voorzitter

Per 1 februari 2025 hebben N.V. Univé Schade en N.V. Univé Her een nieuwe directiesamenstelling. Monique Anbergen is benoemd in de directie, wat voor haar een overstap binnen Univé betekent. Marco Nanne wordt directievoorzitter van N.V. Univé Schade en N.V. Univé Her. Daarmee is hij de opvolger van Johan Van den Neste, die in september 2024 werd aangesteld tot voorzitter van de Raad van Bestuur van Coöperatie Univé.

Voor Monique Anbergen (44) betekent haar benoeming een nieuwe stap in haar carrière bij Univé. Zij trad in 2007 in dienst en was sinds 2019 afdelingsmanager. Anbergen wordt als directielid verantwoordelijk voor commercie, acceptatie en IT.

Marco Nanne (49) werd in 2018 benoemd in de directie van N.V. Univé Schade en N.V. Univé Her. Vanaf zijn aantreden bestond zijn portefeuille uit de dienstverlening aan onze leden, finance en herverzekering. In die periode groeide de portefeuille aanzienlijk, daalde de kostenratio en bleef de hoge tevredenheid onder leden gehandhaafd. In zijn rol als voorzitter is hij verantwoordelijk voor strategie, finance en schade-afhandeling.

Revolut lanceert ETF-beleggingsplannen zonder commissie in Nederland

Revolut heeft de lancering aangekondigd van ETF (Exchange-Traded Fund)-beleggingsplannen, die nu beschikbaar zijn in de Europese Economische Ruimte (EER), inclusief Nederland. De beleggingsdiensten in de EER worden geleverd door Revolut Securities Europe UAB (Revolut).

Met nul commissie op ETF-beleggingsplannen wil Revolut beleggen toegankelijker maken voor een breder publiek en klanten helpen meer uit hun geld te halen. Revolut-klanten kunnen automatische, periodieke (bijv. wekelijkse) bijdragen instellen vanaf slechts 1 euro voor meer dan 300 in de EU genoteerde ETF's (van onder andere BlackRock, Vanguard en Amundi). Deze transacties zijn commissievrij en tellen niet mee voor de maandelijkse planlimiet van de klant.

ETF's zijn beleggingsfondsen die een index of grote en diverse verzamelingen van effecten of commodity’s volgen, waardoor ze onmiddellijke diversificatie bieden in één product. Revolut biedt een breed scala aan ETF's voor verschillende risicoprofielen en beleggingsdoelen - van op obligaties gerichte ETF's tot op aandelen gebaseerde alternatieven.

De wereldwijde ETF-markt heeft een snelle groei doorgemaakt. De groeiende populariteit onder retailbeleggers is gebaseerd op de transparantie, lage kosten en flexibiliteit van ETF’s. In 2024 werden elke maand 10,8 miljoen ETF-beleggingsplannen uitgevoerd in continentaal Europa, met een totaal spaarvolume van € 17,6 miljard.

Revolut biedt klanten een breed scala aan beleggingsopties in de EER, met meer dan 4.500 financiële activa (aandelen in de VS en EER, ETF's en bedrijfs- en staatsobligaties) die beschikbaar zijn op de Revolut-app.

Revolut biedt ook de Robo-Advisor-dienst, speciaal voor klanten die weinig of geen trading ervaring hebben of die gewoon geen tijd hebben om uitgebreid onderzoek te doen. Voor actievere tradingklanten heeft het bedrijf Trading Pro geïntroduceerd - een betaald abonnement dat onder andere toegang biedt tot prijsvoordelen (bijv. lagere commissiekosten op de meeste instrumenten en hogere limieten voor ordergroottes) en extra analysefuncties.

De beleggingsdiensten in de EER worden geleverd door Revolut Securities Europe UAB (bedrijfscode: 305799582, geregistreerd adres: Konstitucijos ave. 21B, Vilnius, de Republiek Litouwen, LT-08130), een beleggingsonderneming geautoriseerd en gereguleerd door de Bank van Litouwen. Niet alle ETF's die beschikbaar zijn op de Revolut-app komen in aanmerking voor het ETF-beleggingsplan. Er kunnen andere kosten en toeslagen van ons of van fondsbeheerders van toepassing zijn. Deze informatie is geen beleggingsadvies, aanbeveling of aanbod om een beleggingsbeslissing te nemen en wordt uitsluitend ter informatie verstrekt. Zoals altijd brengt beleggen risico’s met zich mee en zijn de rendementen niet gegarandeerd. Prestaties in het verleden zijn geen betrouwbare indicator voor toekomstige resultaten. De waarde van beleggingen kan stijgen en dalen en rendementen kunnen worden beïnvloed door valutaschommelingen. 18 en ouder. Voor meer informatie, zie de  Algemene voorwaarden, pagina met veelgestelde vragen over kosten en risicobeschrijving voor trading met Revolut.

dinsdag 28 januari 2025

ABN AMRO verstrekt €45 miljoen financiering aan Recharge


ABN AMRO heeft een financiering van €45 miljoen verstrekt aan Recharge, een belangrijke speler in de Europese markt voor online prepaid betalingen. Deze financiering ondersteunt Recharge bij strategische overnames en het betreden van nieuwe markten. Het bedrijf wil hiermee zijn positie in de prepaid-betalingssector verder versterken.

Recharge regelt de digitale distributie van prepaid producten, zoals cadeaukaarten, en stroomlijnt deze processen via één portaal. Met de financiering van ABN AMRO verwacht Recharge dit jaar drie strategische overnames te realiseren en zijn marktpositie verder te consolideren.

De sector voor prepaid betalingen is een snel veranderende sector. De digitale oplossingen van Recharge staan vooraan in deze verandering en vernieuwen hoe mensen en bedrijven prepaid betaalproducten gebruiken. Met een omzetgroei van 30% per jaar in 2024 en een stijgende vraag naar hun digitale prepaid oplossingen, wil het bedrijf in 2025 een omzet van meer dan 100 miljoen euro bereiken

De financiering benadrukt ABN AMRO's inzet om technologische vooruitgang te bevorderen en de groei van de digitale betalingsindustrie te ondersteunen.

maandag 27 januari 2025

Neobanken zien bezwaren Wet Chartale Infrastructuur

bunq, Knab, Revolut, Triodos Bank en Van Lanschot Kempen uiten gezamenlijk zorgen over het aankomende wetsvoorstel Wet Chartale Infrastructuur. Dit nieuwe wetsvoorstel brengt volgens hen risico’s met zich mee voor innovatie en keuzevrijheid van consumenten binnen het Nederlandse bankwezen.

Hoewel de neobanken de doelstelling van de overheid ondersteunen om de beschikbaarheid van contant geld in de samenleving te waarborgen, maken zij zich zorgen over de verplichting om deel te nemen aan de Geldmaat-infrastructuur, die momenteel exclusief eigendom is van ING, ABN AMRO en Rabobank. Deze verplichting, zo waarschuwen zij, bedreigt eerlijke concurrentie en legt een onevenredige last op neobanken, die onder totaal andere omstandigheden opereren dan de traditionele banken.

De infrastructuurkosten en nalevingsverplichtingen van verplichte deelname aan Geldmaat leggen een buitensporige financiële last op neobanken, wat kan leiden tot hogere kosten voor consumenten.

Het wetsvoorstel ontmoedigt nieuwe toetreders tot de Nederlandse markt en schaadt daarmee het bredere fintech- en innovatieklimaat in de bankensector.

'Knab heeft er bewust voor gekozen om een digitale bank te zijn, en onze klanten kiezen voor ons om dezelfde reden. Wij erkennen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar een verplichte gratis stortingsmogelijkheid via Geldmaat is niet de oplossing. Het is duur, mist neutraliteit doordat Geldmaat wordt gecontroleerd door de grootbanken, en creëert een ongelijk speelveld door nieuwe Europese spelers vrij te stellen – wat uiteindelijk concurrentie en consumenten schaadt.'

Nieuw boek: ‘Beleid tegen belastingparadijzen is succesvol’

Bermuda, de Kaaimaneilanden: belastingparadijzen staan sinds tien jaar volop in de schijnwerpers binnen de politiek en de media. Het nieuwe boek Research Handbook on the Economics of Tax Havens, onder redactie van Arjan Lejour en Dirk Schindler, biedt inzicht in de praktijk van belastingontwijking en -ontduiking door bedrijven en individuen, en toont aan dat internationaal beleid tegen belastingontwijking succesvol is.  

Belastingontwijking kost overheden wereldwijd honderden miljarden euro's. Om dit te bestrijden, wisselt Nederland sinds 2016 automatisch financiële gegevens uit met meer dan 100 landen. Financiële instellingen zijn verplicht informatie over buitenlandse rekeninghouders te rapporteren aan de Belastingdienst, die deze gegevens deelt met andere belastingautoriteiten.

In het nieuwe boek Research Handbook on the Economics of Tax Havens wordt in meerdere hoofdstukken aangetoond dat deze internationale gegevensuitwisseling succesvol is in het bestrijden van belastingontwijking. De verhoogde transparantie maakt het voor multinationals moeilijker om winsten te verschuiven naar belastingparadijzen zonder dat dit ontdekt wordt, wat leidt tot eerlijkere belastingheffing en versterking van de wereldwijde belastingmoraal.

Volgens redacteur Arjan Lejour, hoogleraar Belastingen en Openbare Financiën aan Tilburg University, is de praktijk van belastingparadijzen echter complex, omdat er zowel economische voordelen, als ethische en beleidsmatige zorgen een rol spelen. ‘De economieën van belastingparadijzen gedijen bij het faciliteren van belastingontwijking en ontduiking en ook voor multinationals en vermogenden is het daardoor goedkoper om te investeren. De andere kant is dat het gemis aan belastinginkomsten ten koste gaat van publieke voorzieningen in andere landen, wat alleen door internationale samenwerking effectief bestreden kan worden.’

Het handboek is gericht op academici, beleidsmakers en professionals, en verkent belastingparadijzen vanuit uiteenlopende vakgebieden, waaronder economie, accountancy, politieke wetenschappen en belastingrecht. Het behandelt de mechanismen en gevolgen van het ontwijken van vennootschapsbelasting en het ontduiken van de individuele inkomstenbelasting, en onderzoekt de gevolgen voor de nationale en mondiale economie. Het analyseert zowel unilaterale maatregelen tegen belastingontwijking, zoals Controlled Foreign Company (CFC)-regels, als multilaterale initiatieven, waaronder de wereldwijde minimumbelasting van 15% voor multinationals met een omzet van minimaal €750 miljoen.

Belastingontwijking via Nederland daalt door nieuwe maatregelen

De maatregelen die Nederland neemt in de strijd tegen belastingontwijking werpen hun vruchten af. Een set recente maatregelen, waarvan de effecten voor het eerst in kaart zijn gebracht, draagt effectief bij aan het verminderen van belastingontwijking.  Zo hebben bedrijven vanwege de maatregel € 5 miljard minder winst verplaatst naar andere bedrijfsonderdelen. Ook wordt belastinguitstel via “cv/bv-structuren” effectief aangepakt.

De afgelopen jaren zijn zowel nationaal als internationaal maatregelen genomen om belastingontwijking tegen te gaan. Het kabinet monitort deze maatregelen ieder jaar. In de monitor van dit jaar is voor het eerst het effect gemeten van een aantal meer recente maatregelen.

Een voorbeeld daarvan is de earningsstrippingmaatregel (ATAD1). De maatregel heeft ervoor gezorgd dat bedrijven minder winsten via rentebetalingen naar andere bedrijfsonderdelen hebben verplaatst. Daarmee blijkt het effectief in het voorkomen van belastingontwijking. Naar schatting gaat het om €5 miljard aan minder rente.

Daarnaast lijkt ook de EU-richtlijn ATAD2 effectief, die regelt dat bedrijven geen misbruik meer kunnen maken van de verschillende belastingregels tussen landen. ATAD2 pakte bijvoorbeeld de “cv/bv-structuur” aan. Met deze bedrijfsstructuur konden ondernemingen langdurig belastingheffing uitstellen over hun winsten die buiten hun eigen land gemaakt waren. Uit de gegevens blijkt dat Amerikaanse bedrijven minder commerciële winsten boeken in Nederland. Dit is een aanwijzing dat bedrijven de cv/bv-structuur hebben verlaten.

Op basis van de geactualiseerde cijfers van De Nederlandse Bank (DNB) blijkt dat de daling in rente-, royalty- en dividendstromen vanuit Nederland naar laagbelastende landen ten opzichte van 2019 blijvend is. Zo is deze geldstroom in vier jaar gedaald van €37 miljard in 2019 naar bijna €7 miljard in 2023.

Nog niet van alle maatregelen kunnen de effecten volledig in beeld worden gebracht. Zoals van de bronbelasting op dividenden naar laagbelastende landen en van de Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel. Het kabinet zal de effecten van de aanpak van belastingontwijking daarom jaarlijks blijven monitoren.

Op Europees niveau gaat de aanpak van belastingontwijking nog steeds door. Bijvoorbeeld met de richtlijn FASTER, waarmee EU-lidstaten opties krijgen om procedures voor de teruggaaf van bronbelasting te weigeren als er sprake lijkt van misbruik. Daarnaast wordt de automatische uitwisseling van gegevens voor goede belastingheffing (DAC) steeds verder uitgebreid, zoals voor cryptovaluta.

Binnen de OESO/Inclusive Framework heeft Nederland met een groot aantal landen gewerkt aan de herziening van het internationale belastingsysteem en dit heeft geleid tot de invoering van de Wet minimumbelasting 2024. Nederland blijft zich ook inzetten voor het invoeren van een ander deel van de OESO/Inclusive Framework afspraken dat gaat over de verdeling van meer heffingsrechten aan landen waar consumenten en gebruikers van de grootste multinationale ondernemingen zitten.

vrijdag 24 januari 2025

De Revolut-app is nu beschikbaar in het Oekraïens

Als onderdeel van de voortdurende inzet om de Oekraïense gemeenschap te ondersteunen, heeft Revolut aangekondigd dat de app nu beschikbaar is in de Oekraïense taal.

Deze introductie komt twee jaar nadat Revolut begon met het aanbieden van betaaldiensten aan vluchtelingen die Oekraïne ontvluchtten vanwege de rampzalige gevolgen van de invasie van Rusland.

Sinds 2022 is er meer dan 1 miljard euro overgemaakt naar Oekraïne via Revolut, waarbij het grootste deel van het geld afkomstig was uit Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Polen en Nederland. Op dit moment vertrouwen bijna 700.000 Oekraïners in het Verenigd Koninkrijk en de Europese Economische Ruimte op Revolut voor probleemloze financiële diensten, met de grootste gemeenschappen in Polen (27%), Duitsland (17%) en het Verenigd Koninkrijk (6%).

Gebrek aan deskundig advies vergroot risico op financiële ongelijkheid

Uit recent onderzoek van de Volksbank en SNS blijkt dat 63 procent van de Nederlanders graag persoonlijk advies van een financieel expert zou willen ontvangen. Desondanks maakt slechts een beperkte groep gebruik van professioneel financieel advies. Met name de overgrote meerderheid van financieel kwetsbaren en jongeren van de Generatie Z hebben nog nooit een financieel adviseur gesproken. Dit kan ervoor zorgen dat de kloof tussen rijk en arm verder wordt vergroot, waarschuwen de Volksbank en SNS.

31 procent van de financieel kwetsbaren heeft het idee dat ze belangrijke doelen niet kunnen bereiken door een gebrek aan kennis. Persoonlijk financieel advies zou hierbij kunnen helpen. Juist voor deze groep is dit niet goed toegankelijk, wat de kloof vergroot”

Datzelfde geldt voor jongeren. 70 procent van de volwassen Generatie Z (18-24 jaar) heeft nog nooit met een financieel expert gesproken, terwijl de behoefte aan advies groot is bij financiële onderwerpen zoals de eerste woning (29%) en studieschuld (25%). Informatie halen ze vaak bij ondeskundige bronnen zoals familie, vrienden en social media, wat ze extra kwetsbaar maakt.
 
In opdracht van de Volksbank en SNS deed Motivaction in september 2024 onderzoek onder 1.038 Nederlanders van 18 tot 75 jaar. De steekproef is representatief op leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, regio en Mentality. Het doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen in de behoefte van (jong)volwassenen op het gebied van financieel advies en de manier waarop ze contact willen en/of hebben met hun bank.

donderdag 23 januari 2025

AFM waarschuwt consumenten voor malafide vermogensbeheerder

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) waarschuwt consumenten voor F.W. Brugman. Hij is illegaal actief als vermogensbeheerder.

Brugman heeft overeenkomsten gesloten met Nederlandse consumenten waarin is bepaald dat hij voor hun rekening handelt in aandelen. Klanten storten hiertoe gelden op zijn privérekeningen. Een deel van deze gelden is overgeboekt naar beleggingsrekeningen van Brugman bij diverse brokers waar de gelden zijn gebruikt om te beleggen in risicovolle producten, zoals turbo’s en warrants. In totaal heeft de Brugman inleg ontvangen van meer dan 70 verschillende investeerders die gezamenlijk meer dan 800.000 hebben belegd.

Brugman beschikt niet over de vereiste vergunning van de AFM om actief te zijn als vermogensbeheerder. Brugman kan zich ook niet beroepen op een uitzonderings- of vrijstellingsgrond.

Brugman heeft op zijn beleggingen grote verliezen gemaakt. Hij houdt zijn klanten echter voor dat hij aanzienlijk rendementen heeft gemaakt en middelen tot zijn beschikking heeft om klanten terug te betalen. Uit het onderzoek van de AFM blijkt dat aan verzoeken tot terugbetaling niet wordt voldaan. De AFM waarschuwt consumenten niet in zee te gaan met Brugman.

Instantoverschrijvingen vanaf nu bij elke Belgische bank zonder extra kosten

Vanaf nu zullen de Belgische banken instantoverschrijvingen aanbieden zonder extra kosten. Instantoverschrijvingen worden op die manier nog toegankelijker, wat tal van voordelen biedt voor de consument en tegelijk de innovatieve kracht van de Europese en Belgische banksector benadrukt.

Met instantoverschrijvingen kunnen klanten op elk moment van de dag – 24 uur per dag, 7 dagen per week –geld overmaken naar een andere rekening. Het belangrijkste voordeel: het geld staat in principe binnen enkele seconden op de rekening van de begunstigde, ongeacht of die klant zich bij dezelfde bank bevindt of niet. Dit maakt het systeem bijzonder handig voor allerlei situaties, van het betalen van een dringende factuur tot het betalen van vrienden of familie. Instantoverschrijvingen bieden flexibiliteit, gemak en snelheid voor de consument.

De banksector blijft haar dienstverlening continu uitbreiden. Dankzij de invoering van de Europese Instant Payments Verordening zijn instantoverschrijvingen nu beschikbaar voor alle consumenten, bedrijven en instellingen binnen de EU. Vanaf vandaag dienen alle banken instantoverschrijvingen te kunnen ontvangen, en vanaf oktober zullen alle banken ook de mogelijkheid moeten geven aan hun klanten om deze te initiëren in al de kanalen waarmee een klant een standaardoverschrijving kan uitvoeren. Bij de meeste Belgische banken is dit vandaag al mogelijk. Het feit dat deze betalingen nu ook door elke bank zonder extra kosten zullen worden uitgevoerd, maakt ze nog aantrekkelijker en toegankelijker.  Alle klanten kunnen nu genieten van instantoverschrijvingen zonder zich zorgen te maken over bijkomende kosten. Deze evolutie benadrukt het belang van klantgerichte en efficiënte betaaloplossingen die voldoen aan de digitale eisen van vandaag.
 
Een paar jaar geleden was België, na enkele voorlopers binnen de eurozone, één van de eerste Europese landen waar instantoverschrijvingen hun intrede deden. De Belgische banken hebben zwaar geïnvesteerd om hiervan een succesverhaal te maken en zo in te spelen op het groeiende belang van digitaal betalen. En de cijfers spreken voor zich: in 2024 werden er in totaal 197,8 miljoen instantoverschrijvingen uitgevoerd. Dit is een stijging van 15% ten opzichte van 2023. Het gemiddelde aantal instantoverschrijvingen per dag in 2024 was 540.442, wat ook een stijging van 15% is ten opzichte van 2023. Op 2 december werd het dagrecord opgetekend met 921.720 instantoverschrijvingen. Deze cijfers weerspiegelen de groeiende populariteit en het succes van instantoverschrijvingen in België. Inmiddels gebeuren ongeveer 22 procent van alle overschrijvingen instant.

woensdag 22 januari 2025

Cash nog steeds populair in Europa, maar gebruik neemt verder af

Digitale betalingen zijn in het eurogebied in opmars, maar contant geld is in 2024 nog steeds het meest gebruikte betaalmiddel aan de kassa. Meer dan de helft (52%) van alle betalingen werd in 2024 contant afgerekend. In Nederland ligt dat met ongeveer één op de vijf aanmerkelijk lager. Dit blijkt uit een grootschalig, tweejaarlijks onderzoek van de Europese Centrale Bank (ECB) naar het betaalgedrag in het eurogebied.

Contant geld is het meest populaire betaalmiddel in veertien van de twintig eurolanden. In Slovenië, Malta, Oostenrijk en Italië worden nog meer dan 60 procent van alle betalingen contant afgerekend. In Finland en Nederland is dat minder dan 30 procent.

Uit het vorige onderzoek van de ECB, uit 2022, bleek dat nog 59 procent van de betalingen in de eurolanden contant aan de kassa werd afgerekend. Het gebruik van contant geld is dus met 7 procent-punt gedaald in de afgelopen twee jaar. In Nederland bleef de ontwikkeling stabiel.

Van alle eurolanden, maken Nederlanders aan de kassa het meest gebruik van elektronische betaalmogelijkheden. En we gebruiken daarbij ook meer dan in andere eurolanden onze telefoon: bij bijna één op de vijf betalingen. Dat is twee keer zo veel als in Finland en Ierland (10%), de twee andere landen van de top drie betalers met mobiele telefoon.

Uit het onderzoek van de ECB blijkt verder dat een ruime meerderheid van de ondervraagden uit alle eurolanden (62%) het belangrijk vindt dat winkeliers contant geld accepteren. Van die groep vindt de helft het zelfs 'zeer belangrijk' dat die mogelijkheid bestaat. Dat geldt zelfs in landen als België, Luxemburg en Finland, waar consumenten voor het merendeel van de aankopen aan de kassa andere betaalmogelijkheden gebruiken. Nederlanders hechten minder aan acceptatie van contant geld in winkels: 45% zegt dit belangrijk of zeer belangrijk te vinden.

Gemiddeld hebben Europeanen 59 euro op zak aan het begin van de dag. De doorsnee Nederlander heeft het minste contant geld op zak: 35 euro. In 2022 was dat nog 46 euro. Samen met Finland en Frankrijk is Nederland een van de drie landen waar mensen 50 euro of minder op zak hadden. Cyprioten en Luxemburgers hebben het meeste geld aan het begin van de dag in hun portemonnee: 82 euro.

Ook met AFM-toezicht blijft handelen in crypto’s voor consumenten zeer risicovol

Sinds 30 december 2024 houdt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toezicht op de Europese wetgeving voor aanbieders van cryptoactivadiensten. Deze ‘Markets in Crypto-Assets Regulation (MiCAR)’ heeft onder meer eisen voor reclame en informatieverstrekking. Beleggers moeten zich er bewust van zijn dat, ook met toezicht, het handelen in crypto’s zeer risicovol blijft.
In het kort

De invoering van MiCAR op 30 december 2024 betekent dat cryptodienstverleners een vergunning voor cyptodienstverlening van de AFM nodig hebben. Zij moeten daarmee doorlopend voldoen aan verschillende eisen, zoals bijvoorbeeld voor informatieverstrekking. Het is belangrijk dat de informatieverstrekking, waaronder reclame-uitingen, in het belang is van de (potentiële) klant en hiermee bijdraagt aan een goed geïnformeerde beslissing. De AFM heeft in 2023 en 2024 verkennende onderzoeken uitgevoerd naar de informatieverstrekking van cryptodienstverleners. Dit is gedaan voor de Europese wetgeving van MiCAR is ingegaan en cryptodienstverleners daaraan nog niet hoefden te voldoen.

Cryptodienstverleners moeten aan consumenten ‘correcte, heldere en niet-misleidende informatie’ verstrekken. Dit geldt bijvoorbeeld voor informatie over historische rendementen, de vergoeding bij staking en promoacties. Ook is het noodzakelijk dat cryptodienstverleners hun (potentiële) klanten waarschuwen voor de risico’s die aan transacties in cryptoactiva verbonden zijn. Op de websites moet het tarief-, kosten- en vergoedingenbeleid een prominente plaats hebben. Reclame-uitingen moeten bovendien als zodanig herkenbaar zijn.

De AFM zag in de onderzoeken dat nog niet alle informatieverstrekking volgens de eisen was. Zo viel op dat er soms wordt gesproken over ‘veilig’ handelen in crypto, zonder nadere toelichting of context. Bij een correcte, heldere en niet-misleidende informatieverstrekking is het van belang dat risico’s niet worden gebagatelliseerd, zeker gezien de snelle koersschommelingen van crypto’s.

Handelen in crypto’s blijft zeer risicovol MiCAR is een stap voorwaarts voor de bescherming van beleggers in de cryptosector maar heeft ook beperkingen. Zo zijn er weinig bevoegdheden ten aanzien van het voorkomen van marktmisbruik en geen vereisten ten aanzien van productontwikkeling.

dinsdag 21 januari 2025

Overwaarde maakt woningbezitters blij, maar zorgt bij starters voor jaloezie

Het vertrouwen in de woningmarkt stijgt van 108 in het vorige kwartaal naar 111. Hiermee ligt de woonindex voor het derde kwartaal op rij boven het neutrale punt van 100. Onder zowel koopwoningbezitters als starters is het vertrouwen in de woningmarkt toegenomen, waarbij het vertrouwen in de hypotheekrente in de index het sterkst is gestegen: van 69 naar 91.

Een blik op de overwaarde toont blije koopwoningbezitters (92%), maar bezorgde starters. Zo’n 40% zegt jaloers te zijn op koopwoningbezitters met overwaarde, blijkt uit het ING Woonbericht.  

Ruim driekwart van de koopwoningbezitters geeft aan overwaarde te hebben op hun woning. Zij denken dat het grootste deel van de overwaarde afkomstig is van de stijging van de huizenprijzen, gevolgd door aflossing op de hypotheek en het aanbrengen van verbeteringen aan de woning. Of er was al een goed begin, omdat de hypotheek bij aankoop al lager was dan de waarde van de woning. Meer dan een derde van de geschatte overwaarde ligt tussen de €50.000 en €150.000. Bijna de helft heeft een nog grotere overwaarde. Koopwoningbezitters willen de overwaarde gebruiken voor uiteenlopende dingen. Als buffer of pensioenaanvulling, maar ook voor het upgraden (zoals verduurzaming) van de woning (35%).

Bijna 4 op de 10 koopwoningbezitters denkt dat ze hun huidige woning in de woningmarkt van nu met alleen een hypotheek, dus zonder overwaarde of eigen inbreng, niet zou kunnen kopen. Twee derde denkt dat ze hun woning in de huidige woningmarkt nog steeds zonder overwaarde zou kunnen kopen, maar mét inbreng van eigen geld. En bijna 1 op de 4 woningbezitters zou hun eigen huis helemaal niet tegen de actuele waarde willen kopen.

De overgrote meerderheid van de koopwoningbezitters met overwaarde op hun woning zijn er vooral blij mee of vinden dat ze het hebben verdiend (92%). Zij hebben immers risico genomen door destijds een huis te kopen. Tegelijk realiseren deze respondenten zich dat zij, in opbouw van vermogen, voordelen hebben ten opzichte van nieuwe toetreders zoals huurders of starters. Het gevoel van zekerheid is het sterkst aanwezig met 44%, maar mensen voelen zich ook vaak dankbaar (35%) en halen voldoening uit het hebben van overwaarde (32%). 1 op de 3 ziet ook dat ze daarmee een voordeel hebben ten opzichte van huurders.

Bij starters levert overwaarde een gevarieerder beeld op in vergelijking met koopwoningbezitters. Zo vindt 85% van hen dat overwaarde een van de belangrijkste oorzaken is van de ongelijkheid op de huidige woningmarkt. Meer dan de helft verwacht dat die kloof in de komende 5-10 jaar zal groeien. Een kwart van de starters voelt zich gefrustreerd over de overwaarde van koopwoningbezitters en 40% geeft aan jaloers te zijn. Daarentegen vindt 35% van de starters het wel verdiend dat koopwoningbezitters veel overwaarde hebben omdat ze ook risico’s hebben genomen.

Annette Mosman herbenoemd tot bestuursvoorzitter APG Groep

Annette Mosman (57) is voor een tweede termijn benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur van APG Groep NV, de pensioenuitvoerder van acht pensioenfondsen waaronder ABP en bpfBOUW. De herbenoeming per 1 maart 2025 geldt voor een periode van vier jaar en is goedgekeurd door de aandeelhouders.

Annette Mosman is als voorzitter van de raad van bestuur direct verantwoordelijk voor onder meer strategie, corporate zaken, personeelsbeleid en audit van APG Groep. Daarnaast geeft ze direct leiding aan het bedrijfsonderdeel dat zorgdraagt voor de pensioenuitvoering en de overgang naar het vernieuwde pensioenstelsel van de acht pensioenfondsklanten met in totaal 4,6 miljoen deelnemers.

Vóór haar benoeming tot bestuursvoorzitter van APG Groep, op 1 maart 2021, was Annette Mosman vanaf 2018 als CFRO lid van de raad van bestuur van APG. In die rol was zij verantwoordelijk voor financiën, risicomanagement, IT en data. Ze was eerder onder meer CEO van verzekeraar Generali Nederland en associate partner bij KPMG Advisory, verantwoordelijk voor de CFO adviesdienstverlening aan grote banken en verzekeraars. Na haar verkiezing tot topvrouw van het jaar in 2022 heeft Annette Mosman zich op diverse manieren ingezet voor de financiële onafhankelijkheid van vrouwen. Ze is onder meer lid van de stuurgroep van de Nationale Coalitie Financiële Gezondheid.

maandag 20 januari 2025

Spaarders verliezen koopkracht: €7,6 miljard verdampte door inflatie in 2024

Spaarders moeten actief blijven om te vermijden dat hun spaargeld minder waard wordt. Een analyse van spaarplatform Raisin laat zien dat spaarders in Nederland vanwege de aanhoudend hoge inflatie ook in 2024 geld verloren op hun spaartegoeden. Gemiddeld verloren spaarders vorig jaar zo’n 1,8% aan koopkracht op vrij opneembaar spaargeld en 0,7% op termijndeposito’s. Het totale verlies aan koopkracht wordt geschat op ongeveer 7,6 miljard euro.

Om de inflatie te beteugelen bleef de ECB-rente het gehele jaar hoog staan. Aan het begin van 2024 stond de belangrijkste rente van de Europese Centrale Bank (ECB) op 4,00%. Ondertussen staat de ECB-rente nog steeds op 3,00%. Toch bleek dit de hardnekkige inflatie niet volledig in te kunnen dammen.

De gemiddelde spaarrentes op vrij opneembare spaarrekeningen, waarop het gros van het spaargeld geparkeerd staat, lagen in 2024 op het hoogste niveau sinds 2013. De rentes bleven volgens gegevens van De Nederlandsche Bank (DNB) het hele jaar stabiel, op gemiddeld 1,47%. Ook de rentes op termijndeposito’s bleven stabiel, en een procentpunt hoger, op 2,53%. Met een gemiddelde inflatie in 2024 van 3,3%, blijven doorsnee spaarders zitten op een koopkrachtverlies.

Het gros van het Nederlands spaargeld staat op vrij opneembare spaarrekeningen: zo’n 391 miljard euro op een totaal van 483 miljard euro. Omdat de rentes op deze rekeningen ver achterblijven op de inflatie, verliezen Nederlanders dit jaar samengerekend zo’n 7,6 miljard euro aan koopkracht op spaargeld dat bij Nederlandse banken aangehouden wordt.

Ook in de afgelopen jaren slaagde de gemiddelde spaarder er niet in om de koopkracht van spaargeld op peil te houden. Zo bedroeg het verlies op spaargeld na inflatie op een vrij opneembare spaarrekening maar liefst 9,1% in 2022. In vijf jaar tijd is gemiddeld zo’n 16,5% aan koopkracht op vrij opneembaar spaargeld verdampt. Spaardeposito’s weten hun waarde beter te behouden, met een verlies van ongeveer 10,2% in vijf jaar tijd.

Jasper Berkhout, onderzoeker bij Raisin, drukt spaarders op het hart om in actie te blijven: 'In 2024 constateerde de Autoriteit Consument & Markt (ACM) dat er te weinig concurrentie is op de spaarmarkt. Dit zorgt ervoor dat nog té veel mensen genoegen nemen met een lage rente. Door de inflatie verdampt spaargeld ieder jaar opnieuw. Spaarders moeten actief blijven, want er zijn hogere rentes beschikbaar op de markt.'

Finfluencers beboet

Twee influencers zijn door de AFM elk beboet met 34.000 euro vanwege reclame die zij maakten voor Grinta Invest, een illegale vermogensbeheerder. Beiden hebben illegale partij gepromoot via een website en beleggers aangebracht.

De influencers hebben hoge provisies ontvangen, waaronder 10 procent van het door beleggers ingelegde vermogen. De boete is vastgesteld op het bruto voordeel dat zijn met de overtreding hebben behaald.

Vermogensbeheerders moeten over een vergunning beschikken. De vergunningplicht is de hoeksteen van het financieel toezicht en draagt bij aan een gelijk speelveld. Het zorgt er bijvoorbeeld voor dat alle vermogensbeheerders investeringen van beleggers adequaat moeten beschermen. Ook wordt er getoetst of de beleidsbepalers betrouwbaar zijn. Grinta Invest beschikte niet over een vergunning en is verdwenen met het geld van beleggers. Plat heeft dat niet gewild, maar zij heeft Grinta Invest daartoe wel in staat gesteld door met haar samen te werken.

In 2021 heeft de AFM een rapport naar buiten gebracht over de geconstateerde valkuilen bij de werkwijze van finfluencers, die ook gelden voor andere beïnvloeders. Er zijn verschillende valkuilen om alert op te zijn. Beleggingsadvies geven zonder vergunning. Onvoldoende zorgvuldigheid bij beleggingsaanbevelingen. Het aanprijzen van risicovolle producten. Samenwerken met partijen zonder vergunning. Vergoedingen voor het aanbrengen van klanten.

vrijdag 17 januari 2025

Onderzoek: Nederlanders minst afhankelijk van cash

Contant geld is voorlopig nog niet volledig weg te denken uit onze samenleving. Onlangs adviseerden banken afgelopen week nog om ook cash in huis te houden. In het geval van bijvoorbeeld een stroomuitval of tijdelijke storing in het betaalverkeer kunnen dan toch de boodschappen worden betaald. Als reactie op dit nieuws werd er direct weer meer geld opgenomen.

Aanleiding voor spaarplatform Raisin om uit te zoeken hoe het staat met de rol van contant geld in de samenleving. In een rangschikking van de tien grootste economieën van de eurozone neemt Nederland de eerste plaats in als het gaat om cash-onafhankelijkheid . Kort gevolgd door Finland maar met grote afstand tot de andere landen.

In de rangschikking van Raisin neemt Nederland met een score van slechts 1,55 van tien mogelijke punten de laatste plaats in. Alleen in Finland is contant geld ongeveer evenzeer uit de gratie geraakt (1,85 punten). De landen waarin contant geld nog altijd het belangrijkst is, zijn Oostenrijk (9,50 punten), Duitsland (7,10 punten) en Spanje (6,95).

In geen enkel ander land accepteren minder middelgrote en kleine bedrijven cash aan de kassa dan in Nederland (79%). In Frankrijk is dit bijvoorbeeld nog altijd 94%. Daarnaast geeft slechts 18% van de Nederlandse mkb’ers voorkeur aan contant geld. Dit staat in schril contrast met bijvoorbeeld buurland Duitsland, waar 32% van het mkb de voorkeur geeft aan cash. Alleen in Finland is cash nog minder vaak het favoriete betaalmiddel van mkb’ers (8%).

Gekeken naar het aantal geldautomaten (relatief aan het aantal inwoners) staat Nederland wederom onderaan. In Nederland staan slechts 33 geldautomaten per 100.000 inwoners. In Frankrijk is dit aantal maar liefst bijna drie keer zo hoog (94) en in Oostenrijk staan zelfs vijf keer zoveel geldautomaten per inwoner als in Nederland (169). Ook in België, dat vrijwel net zo dichtbevolkt is als Nederland, staan nog altijd twee keer zoveel geldautomaten gemeten aan het inwoneraantal (67).

Het aantal contante betalingen aan de kassa is in Nederland in de afgelopen jaren (en vooral tijdens de coronacrisis) sterk afgenomen. Waar zeven van de tien Oostenrijkers nog contant afrekenen aan de kassa, is dit in Nederland slechts iets meer dan een op de vijf (21%). Ook onze oosterburen zijn nog fervente cashbetalers: hier rekenen drie keer zoveel mensen contant af aan de kassa als bij ons (63%).

Ook naar de voorkeuren van consumenten is gekeken in de analyse van Raisin. Van de Nederlandse consumenten geeft slechts 13% aan dat cash hun meest geliefde betaalmiddel is. In bijvoorbeeld Duitsland is dit nog altijd 30%. Ook dichten Nederlanders contant geld een veel minder belangrijke rol toe dan in andere landen in de eurozone. In Nederland vindt ondertussen minder dan de helft (46%) van de mensen het belangrijk dat we met contant geld kunnen betalen.

Doorzoekingen in onderzoek ondergronds bankieren

In een onderzoek naar ondergronds bankieren heeft de politie woensdag op vier plaatsen doorzoekingen gedaan. In het onderzoek zijn nog geen aanhoudingen verricht.

De doorzoekingen vonden plaats in twee panden in het Limburgse Stramproy. Het gaat om een woning aan de Julianastraat en een bedrijfspand aan de Frans Strouxstraat. De andere twee doorzoekingen zijn op basis van een Europees onderzoeksbevel door de Italiaanse autoriteiten verricht in twee panden in Milaan. Bij de doorzoekingen zijn verschillende gegevensdragers, een geldbedrag en twee auto’s inbeslaggenomen.

De politie in Limburg startte in 2022 het onderzoek onder leiding van het Arrondissementsparket in Limburg. Naar voren is gekomen dat er voor miljoenen aan euro’s zijn verplaatst. Het vermoeden bestaat dat dit geld afkomstig is uit misdrijven. Met de doorzoekingen in de vier panden stopt het onderzoek niet.

Met de informatie afkomstig uit de inbeslaggenomen spullen hoopt het onderzoeksteam nog meer zicht en inzicht te krijgen op de geldstromen en wie hierachter zit. Aanhoudingen in dit onderzoek worden dan ook niet uitgesloten.

Het (ondergronds) verplaatsen van geld, afkomstig uit misdaad, is van cruciaal belang voor het laten draaien van de internationaal opererende georganiseerde misdaad. Crimineel ondergronds bankieren is een vorm van georganiseerde criminaliteit. Hierbij worden grote hoeveelheden contant geld verplaatst binnen een netwerk van ondergrondse bankier. Het geld is vaak afkomstig uit drugshandel en wordt gebruikt voor investeringen in vermogen of criminele activiteiten.

ABN AMRO’s Dow Jones Sustainability Index-score verbeterd

ABN AMRO heeft dit jaar 76 van de maximale 100 punten gescoord in de Corporate Sustainability Assessment van S&P Global. Dit betekent een verbetering van 8 punten ten opzichte van 2023.

Met deze score behoort de bank tot de top 20% van de hoogste scores binnen de sector*. Hierdoor wordt ABN AMRO weer opgenomen in de S&P Global Dow Jones Sustainability Index (DJSI) Europe.

De stijging is voornamelijk het resultaat van het formaliseren van de inspanningen op het bevorderen van financiële inclusiviteit. Daarnaast scoort ABN AMRO goed op de categorieën ‘tax strategy’, ’mensenrechten’, ‘business ethics’ en ’materialiteit’ (het vaststellen van de meest impactvolle (duurzaamheids)onderwerpen voor onze organisatie) dankzij o.a. ons beleid en onze transparantie. Het verschil tussen ABN AMRO en de koploper in de sector is 16 punten.

Jaarlijks beoordeelt S&P Global duizenden internationale bedrijven op milieu, sociaal, governance (bestuur) en economisch beleid. Op basis van de score bepaalt S&P Global of bedrijven worden opgenomen in de DJSI en het Sustainability Yearbook, dat in februari 2025 wordt gepubliceerd.

In 2025 wordt definitief bekend welke relatieve positie ABN AMRO inneemt in de sector op de DJSI-ranglijst. Bedrijven die niet in aanmerking komen voor de DJSI (omdat ze bijvoorbeeld niet beursgenoteerd zijn) worden nog beoordeeld in de tussenliggende periode.

donderdag 16 januari 2025

Zeker elf miljoen euro schade in één jaar door beleggingsfraude in Oost-Nederland

In 2024 hebben criminelen voor zeker elf miljoen euro buit gemaakt bij slachtoffers van oplichting met beleggingen. Bij deze vorm van oplichting wordt een vertrouwensband opgebouwd tussen slachtoffer en oplichter, hierdoor zijn slachtoffers snel geneigd veel geld in te leggen voor een belegging.

Bij beleggingsfraude, ook wel boilerroomfraude genoemd, worden slachtoffers verleid om te beleggen. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren door advertenties van bekende Nederlanders op social media. De rendementen zijn altijd hoger dan elders, te mooi om waar te zijn. 

Slachtoffers kunnen in een persoonlijke online omgeving de investeringen en rendementen bekijken. Ook is er in veel gevallen dagelijks contact tussen het slachtoffer en hun ‘beleggingsadviseur’ (de crimineel). Als de eerste rendementen mooi zijn, wordt er gevraagd meer te investeren.

Als de investeerder het opgespaarde geld wil laten uitbetalen, blijken alle beleggingen waardeloos en is het geld in de zakken van de fraudeur gekomen. De persoonlijke onlinepagina is verdwenen en persoonlijk contact is niet meer mogelijk. Al het geïnvesteerde geld of crypto is verdwenen. ‘Er zijn slachtoffers bekend die meer dan 500.000 euro hebben geïnvesteerd en alles kwijt zijn geraakt. Dat zijn uitschieters, het gemiddelde schadebedrag ligt rond de 15.000 euro', zegt Tom Meurs van het cybercrimeteam Oost-Nederland.

Doorstroom naar belastingparadijzen structureel gedaald

Het inkomen uit buitenlandse directe investeringen in Nederland dat doorstroomt naar landen met een laag belastingtarief ligt sinds 2020 structureel lager dan voorheen, blijkt uit nieuwe cijfers van DNB. De inkomensstromen met andere landen bleven in dezelfde periode stabieler.

Nederland is één van de grootste ontvangers van buitenlandse directe investeringen ter wereld. Een belangrijk deel van deze investeringen – en het hieraan gerelateerde inkomen (zie box) – verlaat Nederland echter ook weer direct. Dit fenomeen van kapitaal dat door Nederland loopt wordt ook wel ‘doorstroom’ genoemd. De route die deze doorstroom volgt is gevoelig voor de inrichting van internationale fiscale wet- en regelgeving.

Voor multinationals was het lange tijd financieel aantrekkelijk om de winsten, in de vorm van dividend of inkomsten op rente of royalty’s (zoals merkrechten), via Nederland naar landen met een lager belastingtarief door te zetten. Landen als de Kaaimaneilanden, Bermuda en de Bahama’s zijn voorbeelden van dit soort laagbelastende jurisdicties(Verwijst naar een externe site) (LBJ’s).

Met bijvoorbeeld de invoering van een wereldwijde minimumbelasting(Verwijst naar een externe site) van 15 procent op de winsten van multinationals en de invoering en uitbreiding van bronbelastingen(Verwijst naar een externe site) op geldstromen naar LBJ’s zijn de laatste jaren maatregelen getroffen om belastingontwijking te voorkomen.

Tot 2019 lieten de uitgaande inkomensstromen naar LBJ's langere tijd een stijgende trend zien, tot gemiddeld ruim € 37 miljard in de periode 2017-2019. In 2020 daalden ze scherp naar ongeveer € 5 miljard. Sindsdien schommelen de uitgaande inkomens jaarlijks tussen de € 5 en € 10 miljard; in 2023 bedroegen ze € 7 miljard.

De totale uitgaande inkomensstromen op directe investeringen lagen in 2023 op een vergelijkbaar niveau als in 2022, met € 324 miljard. In 2019, voor de daling naar LBJ's inzette, ging het nog om € 283 miljard.

Het overgrote deel van de inkomens uit buitenlandse directe investeringen bestaat tegenwoordig uit winsten en rente. Sinds 2015 zijn de royaltystromen sterk afgenomen, van circa 25% van de totale inkomens tot circa 15% in 2023. Een aanzienlijk deel van de royalty’s heeft een doorstroomkarakter.

De lagere uitgaande en ook inkomende inkomensstromen van en naar LBJ’s vallen samen met herstructureringen die het internationale bedrijfsleven heeft doorgevoerd om zich aan te passen aan veranderingen in het fiscale klimaat.

De directe investeringsposities met LBJ’s liggen duidelijk lager dan in het verleden, met name bij de directe investeringen vanuit buitenlandse entiteiten in Nederlandse dochterondernemingen. De totale waarde daarvan nam met ruim meer dan de helft af van € 449 miljard in 2016 naar € 165 miljard eind 2023.

Daarmee nam ook het aandeel van LBJ’s aanzienlijk af als percentage van de totale directe investeringsposities in Nederland. Dit werd nog versterkt doordat over dezelfde periode de investeringsposities vanuit overige regio’s in Nederland toenamen met € 160 miljard.

woensdag 15 januari 2025

Boete flatexDEGIRO Bank AG wegens overtreden transactierapportageverplichting

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 7 juli 2021 een bestuurlijke boete opgelegd aan flatexDEGIRO Bank AG (Flatex) van 700.000 euro. Wegens bijzondere omstandigheden heeft de rechtbank Rotterdam aanleiding gezien om de boete te matigen tot 85.000 euro.

De overtreding is in 2019 begaan door DeGiro B.V. (DeGiro), dat in 2021 is overgenomen door Flatex. De boete is opgelegd omdat DeGiro gedurende vijf weken niet het juiste format heeft gebruikt om de door haar uitgevoerde transacties op de juiste manier te rapporteren. Hierdoor heeft de AFM ruim twee miljoen transacties niet kunnen inzien en betrekken in haar toezicht op marktmisbruik.
In het kort

Beleggingsondernemingen die transacties verrichten in beursgenoteerde financiële instrumenten zijn verplicht de gegevens over deze transacties zo spoedig mogelijk, in elk geval uiterlijk de eerstvolgende werkdag te melden aan de AFM. Zij dienen de transacties te rapporteren in een vast voorgeschreven format.

De AFM gebruikt de gerapporteerde transacties voor de uitoefening van haar taak als toezichthouder op de financiële markten. De rapportages stellen de AFM in staat om inzicht te krijgen in het (transactie)gedrag en ontwikkelingen op deze markten. Daarbij kan marktmisbruik worden opgespoord. Het niet kunnen beschikken over transactiedata belemmert dit toezicht van de AFM.

In 2017 is aan DeGiro een boete opgelegd voor het geheel niet rapporteren van transacties. In beroep heeft de rechtbank Rotterdam overwogen dat beide boetes materieel gezien zien op dezelfde overtreding van de transactierapportageverplichting. Beide boetes zijn opgelegd omdat DeGiro (thans Flatex) er niet in is geslaagd om haar computersystemen zo in te richten dat gewaarborgd werd dat transacties correct werden gerapporteerd (en dat het werd onderkend als dit niet gebeurde). Er is dus sprake van recidive.

Het basisboetebedrag voor overtreding van de transactierapportageverplichting bedraagt 500.000 euro. Omdat sprake was van recidive binnen vijf jaar na het begaan van de vorige overtreding, was de AFM verplicht het basisbedrag van de boete te verdubbelen tot 1 miljoen. Wegens de constructieve houding van DeGiro en de maatregelen die zij heeft getroffen om de overtreding te beëindigen en om herhaling van de overtreding te voorkomen, heeft de AFM dit bedrag met 30% verlaagd tot 700.000 euro. De AFM heeft het bezwaar van Flatex tegen het besluit tot boeteoplegging, onder aanpassing van de motivering, ongegrond verklaard. Hiertegen is Flatex in beroep gegaan bij de rechtbank Rotterdam.

De rechtbank Rotterdam heeft overwogen dat de AFM gebruik heeft kunnen maken van haar bevoegdheid om de boete op te leggen. Ook oordeelt de rechtbank dat de AFM terecht het boetebedrag heeft verdubbeld wegens recidive. De rechtbank is van oordeel dat de hoogte van de opgelegde boete niet in redelijke verhouding staat tot de aard en ernst van de overtreding.

Nederlanders positief over hun financiën, ondanks zorgen over stijgende prijzen

Ruim driekwart van de Nederlandse huishoudens (78%) geeft aan gemakkelijk rond te kunnen komen (2023: 76%, 2022: 69%). Tegelijkertijd heeft ook ruim één op de vijf (22%) moeite met rondkomen en maken zeven op de tien Nederlanders (71%) zich zorgen over de stijgende kosten van producten.

Hoewel 90 procent van de Nederlanders een financiële buffer belangrijk vindt, geeft een kwart (25%) aan een onverwachte uitgave van 2.000 euro niet te kunnen betalen. Dit blijkt uit onderzoek van Wijzer in geldzaken, uitgevoerd door MarketResponse onder een representatieve steekproef van 1.006 Nederlanders van 18 jaar en ouder.

Voor 2025 staat sparen voor een buffer hoog op de agenda van Nederlanders: 51 procent noemt dit als financieel voornemen wanneer zij verschillende opties krijgen voorgelegd, een stijging ten opzichte van voorgaande jaren (2023: 43%, 2022: 41%). Andere veelgenoemde voornemens zijn minder onnodige uitgaven (44%) en zuiniger aan doen (42%). Wanneer Nederlanders gevraagd wordt op welke kosten ze willen besparen, worden vooral luxe uitgaven genoemd zoals winkelen (45%) en uit eten gaan (37%), maar ook de dagelijkse boodschappen (42%). Steeds minder mensen willen bezuinigen op energie/gas (2024: 32%, 2023: 37%, 2022: 47%).

Naast de invloed die Nederlanders zelf op hun portemonnee hebben, zijn er per 1 januari 2025 ook diverse veranderingen in wet- en regelgeving met gevolgen voor de portemonnee. Een toenemend aantal Nederlanders (50%) heeft geen duidelijk beeld van de financiële gevolgen in het nieuwe jaar (2023: 45%, 2022: 41%). Zo blijven de accijnstarieven op benzine, diesel en LPG in 2025 gelijk aan de tarieven van afgelopen jaar; 28% van de Nederlanders is hier niet mee bekend. Daarnaast geldt vanaf 1 januari 2025 voor elektrische auto’s een tarief van 25% van de motorrijtuigenbelasting, waar tot eind 2024 nog een vrijstelling gold (en voor plug-in hybride auto’s 75%, was 50%); 26% van de Nederlanders is hier niet van op de hoogte en nog eens 19% heeft wel gehoord over deze verandering, maar weet niet wat het inhoudt.

dinsdag 14 januari 2025

VEH: Appartementseigenaren missen fors belastingvoordeel

Appartementseigenaren lopen vaak honderden euro’s belastingvoordeel mis van leningen die door hun Vereniging van Eigenaars (VvE) zijn afgesloten. Maar weinig eigenaren weten dat het eigen aandeel in de rente van een VvE-lening aftrekbaar is bij hun belastingaangifte. Dit blijkt uit een steekproef van Vereniging Eigen Huis onder VvE-leden en gesprekken met VvE-beheerders.

Veel appartementseigenaren zijn niet op de hoogte dat een lening die hun VvE heeft afgesloten, zoals voor verduurzaming of onderhoud van het gebouw, voor elk van hen een flink belastingvoordeel kan opleveren. Het eigen aandeel in de betaalde rente is dan een aftrekpost bij de belastingaangifte. Het persoonlijk voordeel kan al snel oplopen tot enkele honderden euro’s per jaar. De hoogte is afhankelijk van het breukdeel per appartement, de hoogte van de lening en de betaalde rente (zie rekenvoorbeeld).

Deze nauwelijks bekende en zelden gebruikte vorm van renteaftrek is belangrijk om lastige opgaven als verduurzaming en groot onderhoud voor appartementseigenaren beter betaalbaar te maken. Dit is belangrijk omdat de overheid wil dat alle woningen voor 2050 duurzaam en gasvrij zijn.

Vereniging Eigen Huis wil dat banken en andere geldverstrekkers zoals verduurzamingsfondsen, verplicht worden om jaarlijks een overzicht geven van de betaalde rente op appartementsniveau. Zo kunnen eigenaren eenvoudig hun eigen aandeel opgeven en het belastingvoordeel claimen. De vereniging is blij dat de Belastingdienst constructief meedenkt over het verbeteren van de informatie over deze vorm van renteaftrek.

Het aandeel van individuele appartementseigenaren is nu nog niet gespecificeerd. Daardoor kunnen de gegevens ook nog niet worden verwerkt in de voor-ingevulde belastingaangifte, zoals dat bij leningen voor grondgebonden woningen gebruikelijk is. Veel appartementseigenaren missen hierdoor het belastingvoordeel waar zij recht op hebben.

De vereniging wil daarom dat de staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane wettelijk regelt dat deze betaalde rente voortaan wordt opgenomen in de voor-ingevulde belastingaangifte. Ook vraagt de vereniging om coulance als appartementseigenaren hun misgelopen voordeel alsnog met terugwerkende kracht claimen. Dit kan tot een periode van vijf jaar.

Interesse beleggers in Nederlandse hypotheekfondsen neemt verder af

Nederlandse hypotheekfondsen ontvingen over de eerste drie kwartalen van 2024 2 miljard euro aan nieuwe inleg van institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen en verzekeraars, blijkt uit cijfers van DNB. Dit is minder dan in voorgaande jaren en valt samen met de in de loop van 2022 sterk gestegen marktrentes.

Hypotheekfondsen verstrekken zelf geen hypotheken, maar zijn opgericht door hypotheekverstrekkers met het doel beleggers in staat te stellen in de door hen verstrekte hypotheekportefeuilles te beleggen. De omvang van deze beleggingsfondsen was tien jaar geleden nog klein (€ 4 miljard in 2013), maar groeide het afgelopen decennium tot € 82,5 miljard, zo'n 10% van de totale Nederlandse hypotheekvoorraad.

Van 2021 tot en met het derde kwartaal van 2024 haalden deze hypotheekfondsen € 26,2 miljard op. Het grootste deel hiervan werd door Nederlandse pensioenfondsen ingelegd (€ 11,9 miljard). De overige investeringen kwamen onder meer van buitenlandse beleggers (€ 8,3 miljard) die via deze fondsen in Nederlandse hypotheken kunnen beleggen.

Maar sinds 2022 daalt de inleg in hypotheekfondsen, nadat deze piekte in 2021 (€ 13,1 miljard). In 2022 en 2023 liep de inleg al terug tot respectievelijk € 7,8 miljard en € 3,2 miljard. In de eerste drie kwartalen van dit jaar werd er voor € 2,0 miljard geïnvesteerd.

De dalende interesse in hypotheekfondsen speelt zowel bij pensioenfondsen als bij buitenlandse beleggers en verzekeraars, en valt samen met de in de loop van 2022 sterk gestegen marktrentes. Daardoor ontstond een groter aanbod van rentedragende beleggingsproducten met voldoende rendement, zoals bijvoorbeeld obligaties.

Daarnaast beleggen pensioenfondsen tegenwoordig vaker direct in hypotheken, zonder tussenkomst van een hypotheekfonds.

Terwijl pensioenfondsen en verzekeraars de laatste jaren minder zijn gaan investeren in hypotheken (direct en indirect), vergrootten banken hun aandeel van de hypotheekmarkt juist nadat een decennium lang hun bezit aan hypotheken vrijwel constant bleef en de groei vooral op het conto van institutionele beleggers kwam.

maandag 13 januari 2025

Zesde schikking voor woekerpolissen: akkoord met De Goudse

De Consumentenbond, ConsumentenClaim, Stichting Woekerpolisproces, Vereniging Woekerpolis.nl en Wakkerpolis zijn het eens geworden met De Goudse over een compensatie voor klanten met een woekerpolis. De Goudse is de zesde verzekeraar waarmee een overeenkomst is gesloten in het woekerpolisdossier. Achmea, Allianz, a.s.r., NN, en Reaal gingen de Goudse voor.
joyce donat

De overeenkomst betreft beleggingsverzekeringen waaronder Eigen Effect Plan, FlexxvermogensPlan en Spaar-Aktief Beleggen. De komende maanden werken de betrokken partijen de praktische uitvoering van de regeling verder uit. Daarna ontvangen de deelnemers bericht over wat de regeling voor hen persoonlijk betekent. De overeenkomst is definitief als minimaal 90% van de deelnemers instemt.  

De compensatie geldt alleen voor gedupeerden die zich hebben aangemeld bij een van de belangenorganisaties. Consumenten die niet zijn aangesloten, kunnen zich wel melden bij De Goudse zelf. De verzekeraar reserveert buiten de regeling om, extra geld voor schrijnende gevallen. Klanten die niet zijn aangesloten bij een van de belangenorganisaties en niet eerder compensatie hebben ontvangen, kunnen hier onder bepaalde voorwaarden voor in aanmerking komen.
Aanmelden

Consumenten met een woekerpolis bij één van de verzekeraars waarmee nu een overeenkomst is gesloten, kunnen zich niet meer aanmelden voor compensatie bij de belangenorganisaties. Consumenten met een woekerpolis bij Onderlinge ’s-Gravenhage en Legal & General (Scildon) kunnen zich nog wel aanmelden.
Woekerpolissen

Beleggingsverzekeringen werden in 2006 bekend als ‘woekerpolissen’. Deze verzekeringen werden vanaf begin jaren ‘90 tot 2008 verkocht. Verzekeraars hielden daarbij vaak hoge kosten in op de te beleggen premie, waardoor het voorgespiegelde rendement bij lange na niet werd gehaald. De belangenorganisaties strijden al jaren voor compensatie hiervoor.

Volledig verticaal geïntegreerd investeringsplatform en een nieuwe Europese beurs voor particuliere beleggers

Scalable Capital, met een beheerd vermogen van meer dan 20 miljard euro afkomstig van meer dan 1 miljoen klanten in Europa, zet met de ontwikkeling van haar nieuwe technologieplatform een nieuwe standaard voor particuliere beleggingen. Voortaan kunnen beleggers direct een beleggingsrekening openen bij Scalable Capital, waarbij ze profiteren van verbeterde handelsvoorwaarden en directe toegang tot een nieuwe aandelenbeurs.

European Investor Exchange, de nieuwste aandelenbeurs voor particuliere beleggers in Europa
Scalable Capital lanceert de nieuwste aandelenbeurs van Europa: de European Investor Exchange (EIX) die speciaal is afgestemd op de behoeften van particuliere beleggers. EIX wordt gezamenlijk beheerd met de beurs van Hannover (Hannover Stock Exchange) - een entiteit onder de holding BÖAG Börsen AG. Scalable Capital levert de technologie en ook de liquiditeit voor de handel. De beurs van Hannover is verantwoordelijk voor het toezicht en de handel volgens de Duitse beurswet. Nieuwe klanten van Scalable hebben onmiddellijk toegang tot handel op de EIX.

Dit maakt het handelsaanbod in de PRIME+ Broker voor €4.99 per maand nog aantrekkelijker. Het omvat nu onbeperkt handelen op de EIX, naast het feit dat het al mogelijk was om onbeperkt te handelen op Gettex (beurs van München). Ook hier bouwt Scalable Capital door middel van een onlangs overeengekomen meerjarige samenwerking voort op de samenwerking met de actuele depotbank Baader Bank AG, die market maker is op de beurs van München voor aandelen, fondsen, ETP’s en obligaties. De broker wordt aangevuld met flexibele beleggingsplannen vanaf €1 in meer dan 2.300 ETF’s en de mogelijkheid om te handelen op XETRA (Deutsche Börse) tegen  de ongewijzigde scherpe voorwaarden.

De contante saldi worden gestort op rekeningen bij partnerbanken en in geldmarktfondsen. Aanvankelijk zijn dit Deutsche Bank, J.P. Morgan Asset Management, DWS en BlackRock. Er wordt 3,25% rente per jaar (variabel) doorgegeven aan beleggers  op contante saldi tot € 50.000 in de FREE Broker en tot € 500.000 in de PRIME+ Broker. Naast het verzorgen van effectenbewaring heeft Scalable Capital een vergunning aangevraagd om in de toekomst ook zelf klantendeposito's te mogen accepteren.

Nieuwe klanten in alle Europese markten waar Scalable Capital actief is, kunnen een broker account openen bij Scalable Capital en direct beginnen met handelen via EIX. Het nieuwe platform wordt ook beschikbaar voor bestaande klanten, in 2025 komt er een overstapservice.

Groene rente bespaart samenleving 15 miljard euro aan netkosten

De invoering van een groene rentekorting bespaart Nederland vijftien miljard euro aan netkosten, zo blijkt uit onderzoek van Berenschot. Dit bespaart huishoudens en bedrijven tien procent op hun nettarief.

Door een lagere rente op duurzame energieprojecten gaan de energiekosten voor consumenten en bedrijven omlaag en wordt de energietransitie goedkoper. Daarmee wordt de economie structureel minder afhankelijk van grillige fossiele energie en gaan we klimaatverandering tegen.
 
De Europese Centrale Bank heeft de rente de afgelopen jaren verhoogd vanwege de inflatie, die grotendeels werd veroorzaakt door hoge fossiele energieprijzen. De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) stelt een duaal rentesysteem voor, met lagere rentes voor investeringen in de energietransitie. Dit versnelt de energietransitie en maakt ons minder afhankelijk van inflatie-veroorzakende kolen, olie en aardgas. Groene rente zou ook de financieringskosten verlagen voor netverzwaringsprojecten. De NVDE gaf Berenschot de opdracht om uit te rekenen hoeveel de nettarieven daardoor omlaag kunnen.
 
Een lager groen rentetarief betekent een significante verlichting voor huishoudens en bedrijven: de nettarieven voor huishoudens, mkb en industrie zijn met invoering van een groene rente in 2034 ongeveer tien procent lager dan zonder groene rente. Een gemiddeld huishouden kan bijvoorbeeld tot 87 euro per jaar besparen. Een gemiddelde elektrische autorijder bespaart meer dan twintig euro per jaar aan laadkosten. Voor een mkb-bedrijf scheelt het 367 euro per jaar, en voor een grote onderneming 3,4 miljoen euro per jaar. Deze groene rentekorting draagt dus bij aan een betaalbare energierekening, aan het Nederlandse vestigings- en investeringsklimaat en aan onze internationale concurrentiepositie.

De afgelopen jaren zijn rentes sterk gestegen en de komende jaren investeren netbeheerders grootschalig in de verzwaring van het elektriciteitsnet. Hierdoor lopen veel verduurzamingsprojecten aan tegen een stijging van de nettarieven voor een stroomaansluiting, waardoor ze moeilijker rendabel te krijgen zijn. De invoering van een lager groen rentetarief helpt bedrijven sneller op duurzame elektriciteit over te stappen. De netkosten voor een e-boiler die gebruikt wordt in de glastuinbouw, worden bijvoorbeeld meer dan vier miljoen euro lager tijdens de levensduur van de boiler.
 
Uit eerder onderzoek van Berenschot bleek al dat de energietransitie tot 2030 zeventien miljard euro duurder wordt door hoge rente. Dit komt omdat hoge rente de duurzame energiesector veel harder raakt dan de fossiele, vanwege de relatief hoge investeringskosten. Voor deze investeringen is veel kapitaal nodig. Als de molens, panelen, warmte-installaties en kabels er eenmaal zijn, gaat letterlijk voor niets de zon op en waait de wind gratis.

vrijdag 10 januari 2025

Triodos gaat eigenaren certificaten compenseren

Eigenaren van certificaten van de duurzame bank Triodos, die fors in waarde zijn gedaald, kunnen een compensatie van 10 euro per certificaat ontvangen. Deze certificaten, vergelijkbaar met aandelen, hadden ooit een waarde van 84 euro, maar zijn nu nog slechts 26 euro waard.

De certificaten hebben al jaren tot discussie geleid, en eigenaren hebben verschillende rechtszaken aangespannen om compensatie te eisen. Wie echter de aangeboden compensatie accepteert, ziet af van verdere juridische stappen voor extra compensatie.

De Stichting Certificaathouders Triodos Bank, die de belangen van certificaathouders behartigt, ondersteunt het voorstel van Triodos. 'Wij zijn tevreden, omdat we geloven dat dit akkoord in het beste belang is van alle certificaathouders en de bank,” laat de stichting aan de NOS weten. 'De financiële tegemoetkoming is het maximaal haalbare. We raden certificaathouders daarom aan om in te stemmen.'

Triodos bood de afgelopen 40 jaar certificaten van aandelen aan, vooral aan eigen klanten. Deze certificaten versterkten het eigen vermogen van de bank, en eigenaren deelden in de winst, vergelijkbaar met gewone aandelen.

In tegenstelling tot gewone aandelen waren de certificaten van Triodos niet vrij verhandelbaar. Ze konden uitsluitend aan de bank zelf worden terugverkocht. Dat ging jarenlang goed, totdat tijdens de coronacrisis in 2020 te veel eigenaren hun certificaten wilden verkopen. Triodos besloot toen de handel te bevriezen.

donderdag 9 januari 2025

Spaarrente in één jaar tijd fors gedaald

De rente op spaarrekeningen en spaardeposito’s is in één jaar een volle procent gedaald. Financiële vergelijkingssite Geld.nl monitort alle spaarrentes in Europa en stelt vast dat de hoogste spaarrente in twaalf maanden tijd daalde van 4,00% naar 3,00%. De hoogste rente op het 1-jaarsdeposito daalde zelfs met 1,10%. En met het volgende rentebesluit van de ECB in zicht lijkt het einde van de daling nog niet nabij. Spaarexpert Sieto de Vries van Geld.nl noemt het rentebeleid van de ECB fragiel.

Dat je sinds een half jaar steeds minder rente over je spaargeld krijgt, ligt vooral aan de renteverlagingen van de Europese Centrale Bank sinds juni 2024. Omdat veel banken hun spaarrente hierop afstemmen, daalden ook de rentes op spaarrekeningen. Met de verlagingen kwam er een einde aan de rentepiek van begin 2024. Een sterke stijging van de inflatie was twee jaar geleden nog aanleiding voor de ECB om de rente te verhogen. Afgelopen zomer was deze in Europa voldoende onder controle en kwam er ruimte voor verlaging. Want een hoge rente remt de inflatie, maar ook economische groei. En omdat deze achterblijft, is de verwachting dat de ECB bij haar rentebesluit op 30 januari opnieuw een verlaging aankondigt.

Dat het Europese rentebeleid niet altijd aansluit bij de situatie van iedere lidstaat afzonderlijk, blijkt wel uit de inflatie in Nederland. Deze komt voor 2024 uit op gemiddeld 3,3%, versus 2,0% in de hele eurozone. Lichtpuntje is volgens De Nederlandsche Bank dat de lonen harder groeien dan de inflatie. Hierdoor stijgt het reëel beschikbaar inkomen van Nederlandse huishoudens volgens DNB dit jaar met 4,5%. En dat extra geld gaan huishoudens naar verwachting vooral gebruiken om meer te sparen.