Uit onderzoek van DNB blijkt dat een meerderheid van de Nederlanders bereid is om een digitale euro op zak te hebben, mocht deze digitale tegenhanger van contant geld in de toekomst werkelijkheid worden.
Terwijl er nog geen digitale euro's zijn, laat staan dat ermee afgerekend kan worden, zegt twee derde van de Nederlanders ze wel bij zich te willen hebben.
EU-lidstaten, het Europees Parlement en de Europese Commissie onderhandelen op dit moment over wetgeving die invoering mogelijk moet maken. Behalve dat de eurolanden hiermee een eigentijdse aanvulling krijgen op het bestaande contante geld, zal ook het eerste Europese digitale betaalmiddel zijn als Europees antwoord op de door Amerikaanse bedrijven gedomineerde betaalmarkt.
Maar voordat die digitale euro er is, moet er nog heel wat water door de Rijn, de Loire, de Maas en de Donau stromen, zegt DNB. De EU-landen, het Europees Parlement en de Europese Commissie moeten eerst akkoord gaan met de invoering van het nieuwe betaalmiddel. Wanneer dat precies gebeurt en wat de uitkomst wordt, is nu nog niet bekend. In de tussentijd werken de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken in de eurozone aan de techniek, vormgeving en betaalmogelijkheden van deze digitale tegenhanger van contant geld.
Terwijl er dus nog volop wordt gewerkt aan de techniek en de politieke besluitvorming nog moet plaatsvinden, liet DNB onderzoeken of Nederlanders überhaupt wel een digitale euro willen gebruiken. Ze liet daarvoor 2.000 mensen ondervragen uit het panel van onderzoeksbureau Flycatcher dat samenwerkt met veel Nederlandse universiteiten. De deelnemers werd vooraf uitgelegd wat de digitale euro, en dan met name de offline variant (zonder internet), inhoudt.
67 procent van de ondervraagde Nederlanders is in dit onderzoek bereid om digitale euro's te gebruiken. Dat is veel voor een betaalmiddel dat nog niet eens in de kinderschoenen staat.
Een andere belangrijke uitkomst van dit onderzoek is daarnaast dat Nederlandse consumenten over het algemeen geen probleem hebben met een zogenoemde ‘aanhoudingslimiet’ van 3.000 digitale euro’s per persoon. Zo’n limiet bepaalt wat iemand maximaal kan aanhouden om te voorkomen dat mensen dusdanig veel digitale euro's opnemen dat dat de financiële stabiliteit kan bedreigen. Over de aanhoudingslimiet is nog geen beslissing genomen. Ook dat is nog onderdeel van de politieke besluitvorming over de mogelijke invoering van de digitale euro.
Ongeveer een derde van de deelnemers is huiverig om de digitale euro te gebruiken. Deze groep gebruikt ongeacht eventuele budget- of scenariobeperkingen stellig geen digitale euro's. Desgevraagd zegt een meerderheid van de niet-gebruikers de toegevoegde waarde niet te zien van het nieuwe betaalmiddel. Privacy komt niet als doorslaggevende factor naar voren in dit onderzoek. Voor twee derde van de Nederlanders is privacy geen reden om meer of minder gebruik te maken van de digitale euro. Desalniettemin vinden wij privacy(Verwijst naar een externe site) als centrale bank belangrijk.
Ongeveer de helft van de niet-gebruikers verklaart geen behoefte aan digitale euro's te hebben omdat ze er te weinig verstand van hebben. Anderen nemen geen digitale euro’s op zak mee omdat ze het niet vertrouwen als betaalmiddel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.