vrijdag 25 april 2025
Renteverlaging ABN AMRO onderstreept belang van actief sparen
Eind februari stond maar liefst 113 miljard euro op betaalrekeningen – omgerekend zo’n 15.000 euro per huishouden. Op dit geld wordt geen rente verzameld. Een simpele vuistregel: op de betaalrekening uitsluitend saldo voor de maandelijkse uitgaven laten staan. De rest kan naar een vrij opneembare spaarrekening. Zelfs bij een bescheiden rente van 1,25 procent per jaar levert dat in totaal al bijna anderhalf miljard euro aan extra rente op.
Van iedere vijf euro aan spaargeld staat nog geen één euro op een termijndeposito. En dat is zonde: termijndeposito’s leverden in de afgelopen twintig jaar gemiddeld zo’n 3 procent rente op – ruim het dubbele van een gewone spaarrekening (1,35 procent). Bovendien worden er tegenwoordig ook meer deposito’s met korte looptijden van één of enkele maanden aangeboden, waardoor het geld relatief snel weer beschikbaar is.
Volgens de Autoriteit Consument & Markt (ACM) is bijna de helft van de Nederlanders in de afgelopen 15 jaar niet van spaarbank gewisseld. Twee op de zeven Nederlanders zijn zelfs nog nooit overgestapt. En dat terwijl kleinere banken in Nederland en daarbuiten structureel hogere rentes bieden. Een nieuwe spaarrekening openen kost tegenwoordig niet meer dan een kwartier en bij veel aanbieders hoeft er geen betaalrekening geopend te worden.
De les is volgens experts duidelijk: actieve spaarders kunnen op termijn eenvoudig twee keer zoveel rendement behalen. Het is hoog tijd om die eerste stap te zetten.
Miljoenen Nederlanders lopen risico op fraude door hergebruik cijfercodes mobiel bankieren-apps
Zes op de tien mensen gaan onvoorzichtig om met beveiligingscodes voor mobiel bankieren en betalen. Dat blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O in opdracht van ABN AMRO. Slechts een derde van de ondervraagden gebruikt voor toegang tot hun mobiel bankieren-apps een unieke cijfercode. Bovendien verandert ruim vier op de tien de codes voor bankzaken zelden tot nooit.
ABN AMRO ziet een toename in het aantal fraudemeldingen door shouldering en wil daarom meer bewustwording creëren voor de risico’s van hergebruik.  
Shouldering - het stiekem over de schouder meekijken bij het intoetsen van een pincode - vond voorheen met name plaats bij het betalen met een betaalpas. Tegenwoordig gebeurt dit ook bij het invoeren van pin- en toegangscodes op smartphones. Het besef dat shouldering ook bij betalen via mobiel een risico vormt, lijkt nog niet algemeen bekend: bijna de helft laat anderen wel eens meekijken bij het invoeren van een cijfercode bij mobiel betalen. Bij het invoeren van de toegangscode tot de mobiel bankieren-app is dit vier op de tien.
Nederlanders lijken zich wel degelijk bewust van de gevaren. Bijna twee derde van de ondervraagden weet dat het gebruik van dezelfde cijfercodes risico's met zich meebrengt, ruim de helft stelt dat dit ook geldt voor het zelden tot nooit wijzigen van codes.
Een derde van de Nederlanders gebruikt een code gebaseerd op een betekenisvolle datum, zoals een geboortedatum of trouwdag – makkelijk te raden voor criminelen. Een sterke toegangscode bestaat niet uit persoonlijke data of herhalende cijfers. De code mag nooit gedeeld worden, ook niet met iemand die zich voordoet als de bank.
De belangrijkste bevindingen op een rij:
21% gebruikt voor meerdere mobiel bankieren-apps dezelfde cijfercode, slechts 30% gebruikt voor hun mobiel bankieren-apps een unieke cijfercode.
44% verandert de cijfercode voor mobiel betalen (zoals Apple Pay en Google Pay) zelden tot nooit, voor de toegangscode voor de bankapplicatie doet 41% dit zelden tot nooit.
41% laat wel eens iemand meekijken bij het invoeren van hun cijfercode voor mobiel bankieren.
donderdag 24 april 2025
Vermogen van ouders speelt steeds grotere rol op woningmarkt
Starters slaagden in de afgelopen jaren steeds beter in het vinden van een koopwoning. Ondanks de krapte op woningmarkt en de slechte betaalbaarheidneemt het aantal woningaankopen door starters sterk toe. Terugtrekkende beleggers spelen hierin een grote rol. Doordat zij hun huurwoningen steeds vaker in de verkoop doen, slagen starters nu beter in het vinden van een koopwoning.
Daarnaast brengen starters steeds meer eigen geld in. Gemiddeld brachten starters in 2024 volgens de NVM naar schatting zo’n 45.000 euro eigen geld in. Dat was in 2020 nog zo’n 35.000 euro. Een stijging van meer dan 30 procent in vier jaar.
Steeds vaker worden delen van deze eigen inbreng ontvangen van de ouders of schoonouders ter ondersteuning van de aankoop van de eerste woning. Zo ontving in 2024 31% van de starters een schenking van (schoon)ouders voor de aankoop van de eerste woning, blijkt uit het Woon Onderzoek 2024. In 2021 was dat nog 19%.
Ook de hoogte van de ontvangen schenking is toegenomen. De groep starters die geld kreeg, ontving gemiddeld zo’n 58.000 euro in 2024 voor de aankoop van de woning. In 2018 was dat nog zo’n 40.000 euro. De bedragen die starters ontvangen, lopen sterk uiteen. Van alle starters die een woning kochten, kreeg 1 op de 11 (9%) een ton of meer in 2024. Van alle koopstarters die een schenking ontvingen, kreeg ruim 1 op de 4 een ton of meer.
Voor koopstarters die geen schenking ontvangen van hun ouders is de belangrijkste reden dat hun ouders zich dit niet kunnen veroorloven, zo blijkt uit resultaten van de ING Consumer Research vorig jaar.
Door de hogere schenkingen kunnen sommige huishoudens meer bieden en dat drijft de huizenprijzen op. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat woningkopers die een schenking ontvangen significant meer betalen voor hetzelfde huis vergeleken met andere kopers. Ook andere woningkopers, die geen schenking kregen, verhoogden hun biedingen om te kunnen blijven concurreren. Dit prijsopdrijvende effect is het grootst in regio’s waar relatief veel kopers schenkingen ontvangen en de huizenmarkt al krap is, beargumenteren de onderzoekers.
Niet alleen bieden woningkopers met een schenking meer voor hetzelfde huis, daarnaast blijkt dat ze zich ook op hogere segmenten in de woningmarkt richten. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat ze flink duurdere woningen kopen. Ander onderzoek toont aan dat huishoudens die schenkingen ontvingen relatief vaker woningen kochten in de opgewaardeerde buurten in steden vergeleken met huishoudens die niets ontvingen.
Zo speelt het vermogen van starters een steeds belangrijkere rol op de woningmarkt. Vermogen dat steeds vaker deels van ouders afkomstig is. En omdat de eigen woning een belangrijke manier is om vermogen op te bouwen, ontstaat zo een zelfversterkend effect.Vermogen is steeds vaker nodig voor een eigen woning en de woning creëert meer vermogen. Een mechanisme dat door schenkingen van ouders wordt versterkt.
'Steeds meer particulieren investeren voor het eerst in goud'
Door de recente Amerikaanse aankondiging van torenhoge importtarieven dreigt inflatie opnieuw – een scenario dat herinneringen oproept aan de hoge inflatie van 2022. In deze onzekere tijden zoeken veel mensen naar een veilige haven, en fysiek goud blijkt voor velen die stabiele waarde te bieden.
De groeiende populariteit van goud heeft in Nederland dan ook geresulteerd in een forse groei van het aantal verkooptransacties in de vorm van gouden munten en baren via de webshop van Goudwisselkantoor: +46 procent ten opzichte van het eerste kwartaal in 2024. Daarmee werd in één kwartaal al bijna de helft van alle verkooptransacties van 2024 gerealiseerd.
Een opvallende trend is dat steeds meer jonge beleggers goud ontdekken als serieuze toevoeging aan hun beleggingsportefeuille. Waar eerder vooral aandelen en crypto populair waren onder deze groep, wint fysiek goud nu terrein als waardevolle aanvulling. Meer dan de helft van de transacties in onze webshop in 2025 komt van nieuwe klanten.
De combinatie van economische onzekerheid en stijgende prijzen zorgt ervoor dat sommige beleggers uit angst om de boot te missen tóch instappen – ondanks de hoge goudprijs. Anderen willen juist zekerheid creëren in hun portefeuille met tastbare, fysieke waarde.
woensdag 23 april 2025
Lagere hypotheekrente bij verduurzamen woning
Het nieuwe prijsmodel op basis van energielabels geldt voor iedereen die een nieuwe hypotheek met een vaste rente afsluit bij ING. Daarnaast geldt het ook voor klanten die een nieuwe rentevaste periode voor hun hypotheek aangaan, hun huidige hypotheek verhogen, of hun hypotheek tussentijds aanpassen en een nieuw rentevoorstel krijgen. Wanneer deze klanten hun energielabel registreren of verbeteren tijdens de looptijd van de nieuwe rentevaste periode, bijvoorbeeld door verduurzamende maatregelen, dan past ING – als dat van toepassing is - de rente vanaf de eerstvolgende maand automatisch aan op basis van het energielabel. De bank hanteert hiervoor de energielabels zoals geregistreerd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het niet hebben van een geregistreerd energielabel is ook van invloed op de hypotheekrente.
Om het voor klanten makkelijk te maken, past ING de rente automatisch aan bij een verbetering van het energielabel. Met de invoering van het nieuwe prijsmodel gaat ING als service ook automatisch de rente tijdens de rentevaste periode aanpassen als de klant door aflossing in een lagere schuld-marktwaardeklasse valt en in aanmerking komt voor een lagere rente. Dit geldt voor zowel nieuwe als bestaande klanten en alleen als het in hun voordeel is. De schuld-marktwaardeverhouding is de verhouding tussen de hoogte van de hypotheekschuld ten opzichte van de laatst bekende marktwaarde van de woning, en geeft aan hoe groot het risico is dat een woning bij verkoop niet voldoende opbrengt om de hypotheekschuld mee af te lossen.
Het nieuwe prijsmodel is een belangrijke pijler van ING’s visie op duurzaam wonen. ING wil een leidende rol spelen in de transitie naar een CO2-arme economie. Daarin past het helpen van huiseigenaren bij het verduurzamen van hun woning. Eind vorig jaar kwam de bank al met ING Upgrade Check en ING Upgrader, de alles-in-één dienstverlening waarmee de bank haar hypotheekklanten ontzorgt wanneer zij hun woning (verder) willen verduurzamen. Van gratis energiebesparingsadvies, hulp bij het aanvragen van subsidies tot en met de daadwerkelijke installatie van de maatregelen. Met als waarschijnlijk resultaat meer wooncomfort, duurzamer en toekomstbestendiger wonen en een positief effect op de woningwaarde.
'ING werkt aan eigen stablecoin'
Met het initiatief wil ING inspelen op de nieuwe Europese regelgeving voor crypto, de zogeheten MiCA-wetgeving (Markets in Crypto Assets), die sinds vorig jaar van kracht is. Deze wet biedt ruimte voor de uitgifte van gereguleerde stablecoins gekoppeld aan de euro, mits aan strikte voorwaarden wordt voldaan. Zo moeten uitgevers beschikken over een officiële vergunning en substantiële financiële reserves bij Europese banken.
Het project zou kunnen uitmonden in een consortium, waarin traditionele banken en cryptobedrijven gezamenlijk een platform ontwikkelen voor de uitgifte en het gebruik van euro-stablecoins. Daarmee zou ING de directe concurrentie aangaan met onder andere Société Générale, die via dochterbedrijf SG Forge al een eigen stablecoin op de markt heeft gebracht.
Volgens een recente analyse van JPMorgan zal de MiCA-regelgeving vooral stabiele euro-munten zoals Circle’s EURC versterken, ten koste van Amerikaanse spelers zoals Tether. Dit komt doordat MiCA vereist dat uitgevers hun activa onderbrengen bij EU-banken en opereren onder streng toezicht.
dinsdag 22 april 2025
Monitoring closedbook-levensverzekeringen door de AFM
Eind 2024 is een analyse uitgevoerd naar de closedbook-portefeuilles. Deze portefeuilles omvatten momenteel circa 8 miljoen levensverzekeringen, een aantal dat jaarlijks met ongeveer 7 procent afneemt. In aansluiting op een eerdere verkenning in 2022 is opnieuw gekeken naar de strategieën die verzekeraars toepassen binnen deze portefeuilles, en naar de impact daarvan op het klantbelang. De bevindingen zijn gebaseerd op data-analyse en gesprekken met een groot deel van de Nederlandse levensverzekeraars.
Uit de analyse blijkt onder meer dat sommige verzekeraars proactief klanten informeren over bijvoorbeeld een te laag verzekerd bedrag. Daarmee wordt op onderdelen verder gegaan dan wettelijk verplicht. Deze inzet op klantgerichtheid wordt positief beoordeeld. Tegelijkertijd leidt de afnemende portefeuilleomvang tot stijgende kosten per polis. Om die reden wordt strategisch ingezet op schaalvergroting, bijvoorbeeld via fusies en overnames. Analyse van klachtencijfers laat echter zien dat dergelijke overnames kunnen leiden tot een verhoogd risico op klantklachten. De sector wordt daarom opgeroepen om de kwaliteit van de dienstverlening na een fusie of overname zorgvuldig te waarborgen.
Alle bevindingen en aanbevelingen zijn opgenomen in het rapport ‘AFM-toezicht op ‘closedbook’ levensverzekeringen’. Deze monitoring vormt een tussentijdse momentopname. De ontwikkelingen binnen dit domein zullen door de AFM actief blijven worden gevolgd, met blijvende aandacht voor het centraal stellen van het klantbelang. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van een datagedreven aanpak, waarin kwantitatieve indicatoren – zoals krimp- en klachtencijfers – worden gecombineerd met kwalitatieve inzichten uit periodiek overleg met levensverzekeraars.
Gemiddelde pensioenleeftijd voor het eerst boven de 66 jaar
Sinds 2013 loopt de gemiddelde leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan ongeveer gelijk op met de AOW-leeftijd. In 2024 is de AOW-leeftijd verhoogd naar 67 jaar. Daardoor was in 2024 een groter deel van de werknemers 67 jaar op het moment dat ze met pensioen gingen dan een jaar ervoor: 40 procent in 2024, tegen 6 procent in 2023.
In 2024 was 77 procent van de werknemers 65 jaar of ouder toen ze met pensioen gingen. In 2014 was dat 47 procent, en in 2004 12 procent. Destijds konden mensen nog eerder stoppen met werken dankzij vroegpensioenregelingen. Die regelingen zijn na 2006 grotendeels afgeschaft. In 2004 ging bijna drie kwart van de werknemers met pensioen vóór hun 62e. In 2024 was dat minder dan 5 procent.
Werknemers in het openbaar bestuur gingen in 2024 het vroegst met pensioen, met een gemiddelde leeftijd van 65,3 jaar. Daarna volgden de zorg, de bouw en het onderwijs. Deze vier bedrijfstakken waren samen goed voor ruim de helft van alle werknemers die in 2024 met pensioen gingen. In de overige dienstverlening was de pensioenleeftijd met 68,1 jaar het hoogst, gevolgd door de landbouw, bosbouw en visserij, en overige zakelijke diensten.
vrijdag 18 april 2025
ECB verlaagt de rente, consument de dupe
Met een inflatie die richting de gewenste 2 procent gaat - volgens prognoses moet deze in 2025 uitkomen op 2,3% en in 2026 op 1,9% - ziet de ECB voldoende ruimte voor een nieuwe renteverlaging. De lagere rente moet lenen aantrekkelijker maken en sparen minder aantrekkelijk. Zo hoopt de ECB de kwakkelende Europese economie nieuw leven in te blazen.
Het besluit van de ECB is goed voor de economie, maar voor de gewone consument kleuren langzaam alle seinen op rood, zegt Spaarexpert Sieto de Vries van Geld.nl. 'Want een lagere rente moet lenen makkelijker maken, maar als vergelijkingssite zien we het afsluiten van persoonlijke leningen en hypotheken voor consumenten alleen maar lastiger worden.'
Ook moet een lagere rente uitgaven stimuleren. Maar met een inflatie van 3,7% in Nederland, voelen we de druk om reserves aan te leggen, legt De Vries uit. Zo sparen we meer dan ooit, ons nationale tegoed staat op een recordhoogte van 600 miljard euro. 'Tegelijkertijd anticipeerde grootbank ING vorige week al op deze rentedaling met een verlaging van haar spaarrente naar 1,25%. Dus terwijl we doorsparen, wordt ons geld steeds minder waard.'
Om de consument te helpen, pleit De Vries voor een omslag bij de banken. 'We zien nu vooral de banken zelf en hun aandeelhouders profiteren van het beleid van de ECB. Zo boekten de drie huisbanken ING, Rabobank en ABN AMRO het afgelopen jaar respectievelijk winsten van zo’n 6,4 miljard, 5,2 miljard en 2,4 miljard euro. Terwijl de Nederlandse banken wat mij betreft terug moeten naar de basis, en dat is het spaargeld van mensen belonen met een reële rente en dat geld vervolgens gebruiken om leningen en hypotheken te verstrekken. Nu lijken Nederlandse banken vooral uit op winst maken,' aldus de Vries.
De Vries roept de Nederlandse banken dan ook op om hun spaarrentes niet verder te laten zakken, maar juist te verhogen. De Vries: 'Die ruimte ligt er en het zou de Nederlandse consumenten, die vooral sparen bij de drie huisbanken, enorm helpen. En anders doen Nederlandse consumenten er goed aan om nu met hun spaargeld over de grens te kijken. In de rest van Europa liggen de spaarrentes namelijk een stuk hoger, en daar spaar je onder hetzelfde depositogarantiestelsel als in Nederland.'
Ruim negen ton contant geld in auto
Collega’s van de eenheid Landelijke Expertise en Operaties (LX) zagen kort daarvoor een voertuig met Duitse kentekenplaten rijden op de A2. De auto vertoonde verdacht rijgedrag, ging de snelweg af bij Nieuwegein en reed een woonwijk in. De agenten zagen dat de bestuurder een ontmoeting had met een andere persoon. Vanuit een woning werd een grote tas overgedragen. Collega’s van de LX besloten de twee betrokken personen staande te houden en te controleren.
Er werden twee tassen met geld en losse stapels bankbiljetten aangetroffen. Een man van 50 jaar uit Bulgarije en een man van 37 jaar uit Litouwen zijn aangehouden op verdenking van witwassen. Het geld en de auto’s zijn in beslag genomen.
donderdag 17 april 2025
Univé heeft 2024 met een nettowinst van € 21 miljoen afgesloten
De bruto premies zijn ten opzichte van 2023 met 113 miljoen gegroeid naar 779 miljoen. De premieomzet groeide voornamelijk vanwege een toename van het aantal polissen – een stijging van 4,7 procent.
in 2024 ten opzichte van 2023 – en het aantal leden in combinatie met een actief propositie- en premiebeleid. In 2024 hebben de ontwikkelingen op de financiële markten net als in 2023 geleid tot goede beleggingsresultaten. De solvabiliteitsratio van Univé Groep bleef met 265 procent robuust.
'Merendeel Nederlanders overweegt een digitale euro op zak te hebben'
Terwijl er nog geen digitale euro's zijn, laat staan dat ermee afgerekend kan worden, zegt twee derde van de Nederlanders ze wel bij zich te willen hebben.
EU-lidstaten, het Europees Parlement en de Europese Commissie onderhandelen op dit moment over wetgeving die invoering mogelijk moet maken. Behalve dat de eurolanden hiermee een eigentijdse aanvulling krijgen op het bestaande contante geld, zal ook het eerste Europese digitale betaalmiddel zijn als Europees antwoord op de door Amerikaanse bedrijven gedomineerde betaalmarkt.
Maar voordat die digitale euro er is, moet er nog heel wat water door de Rijn, de Loire, de Maas en de Donau stromen, zegt DNB. De EU-landen, het Europees Parlement en de Europese Commissie moeten eerst akkoord gaan met de invoering van het nieuwe betaalmiddel. Wanneer dat precies gebeurt en wat de uitkomst wordt, is nu nog niet bekend. In de tussentijd werken de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken in de eurozone aan de techniek, vormgeving en betaalmogelijkheden van deze digitale tegenhanger van contant geld.
Terwijl er dus nog volop wordt gewerkt aan de techniek en de politieke besluitvorming nog moet plaatsvinden, liet DNB onderzoeken of Nederlanders überhaupt wel een digitale euro willen gebruiken. Ze liet daarvoor 2.000 mensen ondervragen uit het panel van onderzoeksbureau Flycatcher dat samenwerkt met veel Nederlandse universiteiten. De deelnemers werd vooraf uitgelegd wat de digitale euro, en dan met name de offline variant (zonder internet), inhoudt.
67 procent van de ondervraagde Nederlanders is in dit onderzoek bereid om digitale euro's te gebruiken. Dat is veel voor een betaalmiddel dat nog niet eens in de kinderschoenen staat.
Een andere belangrijke uitkomst van dit onderzoek is daarnaast dat Nederlandse consumenten over het algemeen geen probleem hebben met een zogenoemde ‘aanhoudingslimiet’ van 3.000 digitale euro’s per persoon. Zo’n limiet bepaalt wat iemand maximaal kan aanhouden om te voorkomen dat mensen dusdanig veel digitale euro's opnemen dat dat de financiële stabiliteit kan bedreigen. Over de aanhoudingslimiet is nog geen beslissing genomen. Ook dat is nog onderdeel van de politieke besluitvorming over de mogelijke invoering van de digitale euro.
Ongeveer een derde van de deelnemers is huiverig om de digitale euro te gebruiken. Deze groep gebruikt ongeacht eventuele budget- of scenariobeperkingen stellig geen digitale euro's. Desgevraagd zegt een meerderheid van de niet-gebruikers de toegevoegde waarde niet te zien van het nieuwe betaalmiddel. Privacy komt niet als doorslaggevende factor naar voren in dit onderzoek. Voor twee derde van de Nederlanders is privacy geen reden om meer of minder gebruik te maken van de digitale euro. Desalniettemin vinden wij privacy(Verwijst naar een externe site) als centrale bank belangrijk.
Ongeveer de helft van de niet-gebruikers verklaart geen behoefte aan digitale euro's te hebben omdat ze er te weinig verstand van hebben. Anderen nemen geen digitale euro’s op zak mee omdat ze het niet vertrouwen als betaalmiddel.
Triodos Bank biedt MKB betere toegang tot financiering dankzij €200 miljoen aan Europese garanties
Sinds 2018 hebben het EIF en Triodos Bank gezamenlijk meer dan €600 miljoen aan kredieten verstrekt aan Europese mkb’ers. Zo kon mede door de garanties voor de culturele en creatieve sector de onafhankelijke filmindustrie in Spanje, België en Duitsland worden gefinancierd. Daardoor konden belangrijke films over arbeidsrechten en democratische waarden zoals vrijheid en gelijkheid worden gemaakt. In Nederland kon met een lening van Triodos Bank, gedekt door een EIF-garantie, de herontwikkeling van Amare worden afgerond. Amare is nu een florerend en bruisend cultureel centrum in Den Haag. Ook een groot aantal sociale ondernemingen uit diverse sectoren, waaronder gezondheidszorg, voeding, e-mobiliteit, circulariteit en onderwijs, heeft op deze manier al financiële steun ontvangen. Voorbeelden hiervan zijn Biopanel, Butterfly Homes, Cyclobility, Ecoalf, Fundacion Oxigeno, Kinderkunstmuseum, Nabeij, Nature snacks, Papito en ProKompassie.
Een aanvulling op een bestaande gemaximeerde garantie uit 2023 stelt Triodos Bank in staat om nog eens 89 miljoen euro aan nieuwe leningen te verstrekken aan mkb’ers die zich richten op sociaal ondernemerschap. Daarnaast wordt een nieuwe niet-gemaximeerde garantie opgesplitst zodat mkb'ers die willen investeren in duurzaamheid en de culturele en creatieve sector meer kunnen lenen. Van deze niet-gemaximeerde garantie die voor duurzaamheid bestemd is, gaat naar verwachting maximaal € 71 miljoen naar groene investeringen door mkb’ers. Het is de eerste keer dat Triodos Bank steun krijgt van het EIF voor dit soort investeringen. Het andere deel van deze garantie is bestemd voor de culturele en creatieve sector, met als doel €43 miljoen aan nieuwe kredieten te creëren. Op dit gebied hebben Triodos Bank en het EIF al mooie resultaten geboekt.
woensdag 16 april 2025
Bekende influencers bestrijden in nieuwe WNL-serie de financiële valkuilen voor jongeren
In De Money Meter gaat presentator Frank van Leeuwen in gesprek met tien bekende gezichten van sociale media en een financieel expert over geldzaken. Kiezen Yup in de Jordaan Kiki Bosman en Daan - ‘Chef’ - van der Lecq voor nú leven, of sparen ze voor later? Geloven ondernemers Kosso, Vic Cle en Channah Koerten in slapend rijk worden, bijvoorbeeld door een flinke lading crypto? Hoe ziet het pensioen van content creators Veerle Hofkens, Chatmo en Ta Joela eruit? En YouTuber Sophie Ousri heeft haar woning binnen, maar lukt dat Paradise Hotel-winnaar Sjorleone ook in deze markt?
In zes afleveringen passeren de meest voorkomende financiële valkuilen voor jongeren de revue. Econoom en universitair docent Charan van Krevel onderscheidt feit van fictie en komt met handige tips.
De zesdelige serie 'De Money Meter' is vanaf woensdag 2 april wekelijks te zien op het YouTube-kanaal van NPO Start en wordt gemaakt door Newbe, in opdracht van Omroep WNL.
Nederland wijzigt belastingverdrag met Duitsland voor grenswerkers
Een belastingverdrag voorkomt dat grenswerkers in zowel het land van wonen als het land waar de werkgever is gevestigd belasting betalen over hetzelfde inkomen. Doorgaans is voor werknemers geregeld dat inkomstenbelasting wordt geheven in het land waar de werkzaamheden fysiek zijn verricht. Als grenswerkers vanuit een ander land werken dan waar de werkgever is gevestigd, dan kunnen er ook heffingsrechten aan dat andere land worden gegeven. Er moet dan bijvoorbeeld belasting worden betaald in zowel het land van wonen voor het deel dat wordt thuisgewerkt, als het land van de werkgever voor het overige deel van het inkomen.
Door de wijziging van het belastingverdrag met Duitsland kunnen grenswerkers jaarlijks maximaal 34 dagen thuiswerken waarbij het heffingsrecht volledig blijft bij het land waar de werkgever is gevestigd. Dit geldt voor zowel medewerkers binnen het bedrijfsleven als binnen de overheid.
De wijziging van het belastingverdrag heeft verschillende voordelen voor grenswerkers. Het inkomen van de grenswerker wordt alleen nog maar in het land van de werkgever belast waardoor minder onzekerheid bestaat over het definitieve netto-inkomen. Daarnaast kunnen ook extra administratieve lasten worden voorkomen, bijvoorbeeld voor het doen van complexe berekeningen voor belastingaangiften in beide landen. In sommige gevallen kan worden voorkomen dat er kosten worden gemaakt voor een belastingadviseur.
Met Duitsland is afgesproken dat er sprake is van een thuiswerkdag als meer dan 30 minuten per dag wordt thuisgewerkt. De wijziging van het belastingverdrag is een eerste stap om de situatie rondom thuiswerken voor grenswerkers te verbeteren.
dinsdag 15 april 2025
Bunq versnelt zijn entree op de Amerikaanse markt
Hierdoor kan bunq in afwachting van haar definitieve banklicentie alvast Amerikaanse gebruikers bedienen met onder andere aandelen en financiële diensten.
Met een Amerikaanse broker-dealervergunning kan bunq naast waardevolle feedback van gebruikers verzamelen, ook een bewezen staat van dienst opbouwen in de Verenigde Staten.
Dankzij de broker-dealervergunning kunnen Amerikaanse gebruikers via bunq investeren in aandelen, beleggingsfondsen en ETF’s. Ook biedt bunq verschillende financiële diensten, waaronder automatische overboekingen naar door FDIC-verzekerde bankrekeningen. Bovendien lanceert de neobank Amerikaanse betaalpassen in samenwerking met Mastercard. bunq richt zich hiermee op de bijna vijf miljoen Europese en Amerikaanse digital nomads die in de Verenigde Staten wonen en/of werken en zich sterk met beide continenten verbonden voelen.
Tegelijkertijd met de aankondiging liet bunq weten voor het tweede jaar op rij winstgevend te zijn. Over het afgelopen jaar maakte de neobank ruim 85 miljoen euro winst, een stijging van 65 procent ten opzichte van 2023.
Op dit moment heeft bunq ruim zeventien miljoen Europese gebruikers en is de neobank actief in dertig verschillende landen.
Autoverzekeringen 15 procent duurder
Diverse verzekeraars passen de premies van hun verzekeringen regelmatig aan. Autoverzekeringen worden er meestal niet goedkoper op, zo is de algehele indruk. Pricewise zette de cijfers van de premies naast elkaar. Daaruit blijkt dat de premies stijgen. De periodieke verhogingen vallen meestal wel mee, maar over een langere periode zorgen de aanpassingen door de verschillende verzekeraars voor een structureel hogere premie.
De premies zijn afgelopen maand maart licht gestegen ten opzichte van een maand eerder, blijkt uit cijfers van Pricewise. Over het geheel stegen de premies met 1,8 procent, berekend op basis van het gewogen gemiddelde. De WA-premie steeg met 5 procent, terwijl die voor allrisk slechts steeg met 0,7 procent. De nieuwgesloten premie voor WA+ daalde zelfs met gemiddeld 1,8 procent. De gemiddelde maandelijkse premiestijgingen zijn meestal relatief klein, maar kan bij een individuele verzekeraar soms fors zijn.
Meerdere kleine maandelijkse aanpassingen van de premie kunnen echter zorgen voor een flinke prijsstijging over een langere periode. Dat blijkt onder meer uit de cijfers van Pricewise, die de maandcijfers vergeleek met die van een jaar eerder. De WA-premie in maart dit jaar was 15 procent hoger dan in maart 2024. Voor de WA+ was de premie 14 procent hoger en voor de allrisk 10 procent. Over het geheel zijn de premies in een jaar met 14,6 procent toegenomen. Ook over meerdere jaren is een stijgende trend zichtbaar.
Duurzaamheidsbeleid pensioenfondsen blijft tekortschieten
De Eerlijke Pensioenwijzer beoordeelt het beleid van de tien grootste Nederlandse pensioenfondsen (in deelnemersaantallen) aan de hand van acht maatschappelijke thema’s. Gemiddeld genomen komen de fondsen uit op een rapportcijfer van een 3,3. De fondsen hebben daarmee geen vooruitgang geboekt ten opzichte van 2022. Ook toen beoordeelde de Eerlijke Pensioenwijzer het beleid van de fondsen en kwam het gemiddelde uit op een 3,3. Esther Bijl, namens PAX woordvoerder van de Eerlijke Pensioenwijzer: 'De pensioenfondsen zijn relatief grote spelers op de internationale kapitaalmarkt. Zij kunnen hun invloed gebruiken om de bedrijven waarin ze (willen) beleggen, motiveren om te verduurzamen. Het onderzoek laat zien dat zij hier nog onvoldoende beleid op hebben.'
Eén van de conclusies van het onderzoek is dat er nog te weinig aandacht is voor de rol die toeleveranciers en onderaannemers van bedrijven spelen bij verduurzaming. Veel pensioenfondsen verwachten van de bedrijven waarin zij beleggen dat deze zich aan de OESO-richtlijnen houden, waardoor ze ook automatisch belangrijke ESG-criteria opnemen in hun beleid. Maar de fondsen vragen zelden aan bedrijven om ESG-criteria op te nemen in de contracten met onderaannemers en/of toeleveranciers.
Bijl: 'We zien dat er vaak iets mis gaat in de internationale waardeketen. Denk hierbij aan onderaannemers of toeleveranciers die betrokken zijn bij ontbossing, mensenrechtenschendingen of belastingontwijking. Bedrijven moeten controleren of er in de waardeketen geen misstanden plaatsvinden, en hier hebben de investeerders in deze bedrijven ook een belangrijke rol. Helaas zegt slechts één van de onderzochte pensioenfondsen, Pensioenfonds Detailhandel, hier iets over in zijn beleid.'
Daarnaast scoren alle fondsen nog altijd een onvoldoende voor hun beleid ten aanzien van wapens en wapenhandel. Positief is dat alle fondsen controversiële wapens (zoals nucleaire, chemische en biologische wapens of clustermunitie) uitsluiten. Echter, geen van de fondsen zegt in zijn beleid iets over de bestemming van wapenleveranties. Verder kunnen de onderzochte fondsen hun beleid ten aanzien van klimaatverandering nog aanzienlijk verbeteren. Hoewel meerdere fondsen (ABP, PFZW, PME en PMT) in de afgelopen jaren hun beleggingen in olie- en gasbedrijven hebben verkocht, zegt het beleid van de meeste fondsen niets over het uitsluiten van bedrijven die, hoewel ze geen fossiele brandstoffen winnen, deze wel op grote schaal gebruiken.
Positief is dat pensioenfondsen over het algemeen genomen beter scoren op sociale thema’s. Vier fondsen (BPL Pensioen ABP, PFZW en PMT) scoren een voldoende of hoger op arbeidsrechten; vijf fondsen (ABP, BPL Pensioen, Pensioenfonds Detailhandel, Pensioenfonds Horeca en Catering en Pensioenfonds Vervoer) scoren een voldoende op mensenrechten.
Met de publicatie van het onderzoek wil de Eerlijke Pensioenwijzer pensioenfondsen aanmoedigen om het geld van hun pensioendeelnemers op een verantwoordelijke en duurzame manier te beleggen, zonder te investeren in bedrijven die schade veroorzaken aan mens, dier en natuur. Bedrijven waarin pensioenfondsen beleggen, alsook hun toeleveranciers, moeten daarom kunnen aantonen dat zij relevante internationale verdragen, duurzaamheidsstandaarden en -initiatieven erkennen en actief naleven. Ook laat het onderzoek aan de pensioendeelnemers zien hoe hun fonds scoort ten opzichte van andere fondsen. Het is de vierde keer dat het beleid van de pensioenfondsen wordt beoordeeld.
maandag 14 april 2025
Na jarenlange krimp aanzienlijke groei van securitisaties in 2024
Bij De Nederlandsche Bank stellen we onafhankelijk statistieken op over de Nederlandse financiële sector en economie. Dit artikel is gebaseerd op die cijfers. Meer informatie over onze statistieken en alle dashboards vind je op de Statistiek homepage.
Die toename van uitstaande securitisaties was het gevolg van € 7,8 miljard aan uitgiftes. Omdat in 2024 ook voor € 4,7 miljard werd afgelost, kwam de groei uit op € 3,1 miljard.
Wat zijn securitisaties en gedekte obligaties?
Om afgesloten leningen te (her)financieren of de risico's daarvan over te dragen, kunnen kredietverstrekkers geld ophalen door obligaties aan beleggers te verkopen. Dat kan vooral in de vorm van securitisaties of gedekte obligaties.
Onder securitisaties wordt hier verstaan de bundeling van eerder verstrekte leningen en de herverpakking daarvan als obligaties via speciaal daarvoor opgerichte ondernemingen. In Nederland gaat het daarbij overwegend om woninghypotheken. Terugbetaling aan beleggers in deze securitisaties is gebaseerd op claims op de onderliggende woninghypotheken.
Gedekte obligaties (‘covered bonds’) zijn door banken uitgegeven obligaties met – in Nederland – woninghypotheken als onderpand. Beleggers in deze obligaties hebben in tegenstelling tot bij securitisaties niet alleen een claim op het onderpand (de woninghypotheken), maar eerst ook op de bank.
Zowel securitisaties als gedekte obligaties kunnen aan beleggers worden verkocht (extern geplaatst) of zelf worden gehouden (intern geplaatst). Zelf gehouden obligaties kunnen worden gebruikt als onderpand, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van leningen van centrale banken.
De securitisatiemarkt kan een rol spelen in een Europese kapitaalmarktunie ter stimulering van investeringen, zoals genoemd in het Draghi-rapport ‘the future of European competitiveness’. Met securitisaties kunnen namelijk risico's worden gespreid en kan geld worden vrijgemaakt voor nieuwe investeringen.
Sinds 2007 daalden de uitstaande securitisaties sterk. Dat had mede te maken met de belangrijke rol die securitisaties, met name in de Verenigde Staten, speelden in de financiële crisis. Zo bleken securitisaties te complex geworden waardoor risico’s onvoldoende zichtbaar waren (zoals van de zogenoemde ‘rommelhypotheken’). Bovendien gaven zij verkeerde prikkels, zoals het zoveel mogelijk verstrekken van leningen vanwege de daarbij behorende provisie-inkomsten, ongeacht de kredietkwaliteit.
Als reactie daarop werden verschillende maatregelen genomen. Voor beleggers werden bijvoorbeeld hogere kapitaalseisen ingesteld, terwijl het voor de oorspronkelijke kredietverstrekkers onder meer verplicht werd om een deel van de securitisaties zelf te houden. Omdat er daarnaast ook andere, aantrekkelijkere financieringsalternatieven beschikbaar kwamen, zoals gunstige leningen bij de Europese Centrale Bank (ECB) en gedekte obligaties, werden securitisaties in de loop van de jaren steeds minder gewild.
Tot nu, want voor het eerst sinds 2007 was er afgelopen jaar dus een substantiële groei van de uitstaande Nederlandse securitisaties die aan beleggers zijn verkocht.
Bij deze toename spelen vooral niet-bancaire partijen die de laatste jaren de securitisatiemarkt hebben betreden een rol. Dat zijn met name financiers van zogeheten ‘buy to let’ (verhuur)-hypotheken, consumentenleningen en autoleases. Hierdoor namen securitisaties die betrekking hebben op deze leningen toe.
Kraken start samenwerking met Mastercard om cryptobetalingen wereldwijd toegankelijker te maken
Dankzij deze samenwerking kunnen klanten van Kraken in Europa en het Verenigd Koninkrijk binnenkort hun cryptovaluta gebruiken bij meer dan 150 miljoen winkels wereldwijd waar Mastercard geaccepteerd wordt. Dit wordt mogelijk gemaakt door een reeks innovatieve betaaloplossingen die de gebruikerservaring eenvoudiger, veiliger en breder toegankelijk maken.
De samenwerking bouwt voort op het succes van Kraken Pay, een recent gelanceerde functie waarmee gebruikers snel en wereldwijd betalingen kunnen doen in meer dan 300 crypto- en fiatvaluta’s. In slechts drie maanden tijd hebben al meer dan 200.000 klanten hun persoonlijke Kraktag geclaimd – een unieke gebruikersnaam waarmee ze eenvoudig geld kunnen versturen, waar ook ter wereld.
Als onderdeel van het partnerschap zal Kraken binnenkort zowel fysieke als digitale betaalkaarten introduceren. Hiermee wil het platform het dagelijks gebruik van crypto verder stimuleren en de praktische inzetbaarheid van digitale valuta vergroten.
vrijdag 11 april 2025
ING verlaagt haar spaarrente, wie volgt?
Anderhalf jaar lang konden spaarders bij ING rekenen op een spaarrente van 1,50% over de eerste € 10.000 aan spaartegoed. Maar daar komt binnenkort verandering in. Dan krijgen ING-klanten nog maar 1,25% spaarrente over hun tegoed. Spaargeld vanaf € 10.000 levert vanaf dan slechts 1,00% op. De ING is hiermee de eerste van de drie Nederlandse grootbanken die haar spaarrente verlaagt. Waarom kiest ING hier juist nu voor? “De ING verlaagt haar spaarrente per 18 april aanstaande, één dag na het volgende rentebesluit van de Europese Centrale Bank,” legt De Vries uit. “Hiermee sorteert de ING voor op een nieuwe renteverlaging van de ECB.”
Wat betekent deze stap van ING voor de Nederlandse spaarmarkt? 'We zitten in de bijzondere situatie dat we meer sparen dan ooit, maar in vergelijking met de rest van Europa tegen de laagste spaarrente,' aldus De Vries. Op dit moment zijn Nederlandse spaarders goed voor een recordbedrag van 494 miljard euro aan spaartegoed. Het feit dat de inflatie in Nederland hoog blijft (3,7% in maart versus 2,2% in Europa) wakkert die spaarwoede nog verder aan.
Een groot deel van ons spaargeld staat bij de drie Nederlandse grootbanken ING, ABN AMRO en Rabobank. Zij hanteren al anderhalf jaar een spaarrente van 1,50% tot 1,70%. Ondertussen ligt de hoogste variabele spaarrente binnen Europa op 2,50%. En toch durft ING haar spaarrente nu te verlagen.
Het gebrek aan concurrentie en onzekerheid over de economische toekomst, spelen ING hier volgens De Vries in de kaart. Toch kun je als spaarder wel wat doen aan je lage spaarrente én tegelijkertijd meewerken aan een beter spaarklimaat in Nederland. 'Breng je spaargeld onder bij een andere bank, liefst over de grens. In Europa spaar je veilig onder hetzelfde depositogarantiestelsel als wij in Nederland kennen. Bovendien krijg je dan een hogere spaarrente tot wel 2,50%, dat is twee keer zo veel als bij de ING. Massaal elders gaan sparen, is de beste manier om de Nederlandse spaarmarkt wakker te schudden.'
Na gesprekken met ACM betaalt International Card Services te hoge vergoedingen voor ICS Go Card terug
Als een consument betaalt met een betaalkaart, betaalt de bank van de winkelier een vergoeding aan de bank van de consument. Dit heet de afwikkelingsvergoeding. Betaalkaarten, zoals een debitcard (pinpas) en creditcard (kredietkaart), vallen onder Europese regels die maximale afwikkelingsvergoedingen per type kaart voorschrijven. Dit voorkomt onnodig hoge kosten voor winkeliers en consumenten.
ICS heeft de ACM zelf geïnformeerd dat zij de Go Card onterecht als kredietkaart had geclassificeerd, terwijl deze niet voldeed aan de wettelijke definitie. Hierdoor ontving ICS te hoge afwikkelingsvergoedingen voor betalingen met deze kaart van banken.
Na gesprekken met de ACM heeft ICS toegezegd verschillende maatregelen te nemen:
ICS zal de te veel ontvangen afwikkelingsvergoedingen terugbetalen aan banken (als contractuele wederpartij), met de voorwaarde dat ICS geen financieel voordeel overhoudt.
ICS haalt de Go Card versneld uit de markt en informeert kaarthouders hierover.
ICS neemt compliance-maatregelen om ervoor te zorgen dat dit niet opnieuw gebeurt.
Toezicht ACM op betaalverkeer
donderdag 10 april 2025
Europese Investeringsbank Groep en ABN AMRO, ruim € 1 miljard beschikbaar voor mkb-leningen
In het kader van deze overeenkomst verleent de EIB-Groep een garantie op een portefeuille van 1 miljard euro aan Nederlandse mkb-leningen, en zegt ABN AMRO toe om maximaal 1,2 miljard euro aan nieuwe financiering tegen gunstige rentetarieven te verstrekken aan het mkb. De nieuwe financiering is bedoeld om economische groei te ondersteunen en duurzaamheidsprojecten in Nederland te stimuleren, en daarmee de transitie naar klimaatneutraliteit te bevorderen.
Als onderdeel van zijn missie om de EU-beleidsdoelstellingen te ondersteunen, richt de EIB-Groep zich onder andere op het verbeteren van toegang tot kapitaal voor innovatieve bedrijven binnen en buiten Europa. Bedrijven in de midcap- en mkb-sector vormen een van de belangrijkste onderdelen van de economie, zowel in Nederland als in Europa en de rest van de wereld. Deze bedrijven scheppen banen en zijn de motor achter economische ontwikkeling en innovatie. De nieuwe financiering die met deze transactie beschikbaar komt, is deels bestemd voor duurzaamheidsprojecten, en ondersteunt daarmee de transitie naar klimaatneutraliteit en een duurzame samenleving.
Na afronding van de synthetische securitisatie van de transactie zal het kredietrisico op een portefeuille van 1 miljard wuro door het EIF gegarandeerd worden, voor zover dit boven de ‘first loss’ positie uitstijgt die door ABN AMRO wordt behouden. Het EIF krijgt op zijn beurt voor een deel van de tranches een contra-garantie van de EIB. De portefeuille bestaat uit leningen aan zowel mkb- als midcap-klanten van ABN AMRO in Nederland. Door deze transactie verwacht ABN AMRO bij de afronding ervan een vermindering van haar risicogewogen activa te realiseren van circa € 650 miljoen. Deze transactie betekent een verdere uitbreiding van de capaciteiten van ABN AMRO op het gebied van capital management.
Onderzoek: 1 op de 5 beleggers ervaart FOMO
Uit recent onderzoek van beleggingsplatform DEGIRO blijkt dat FOMO voor een deel van de Nederlandse beleggers zeker meespeelt. Bijna 1 op de 5 geeft aan weleens last te hebben van deze angst. Die sociale druk kan beleggers ertoe aanzetten om overhaast een beslissing te nemen, zoals plots kopen of verkopen. Toch blijft het merendeel opvallend nuchter: 64% zegt zelden of nooit FOMO te ervaren en houdt vast aan de eigen strategie, ook als de markt onder druk staat.
Hoewel de meeste beleggers vasthouden aan hun eigen strategie, staan ze zeker open voor nieuwe kansen. 69% geeft aan eerst zelf onderzoek te doen voordat ze een beslissing nemen. 5% van de beleggers geeft toe dat financiële FOMO hen enigszins gestrest maakt, maar ze proberen toch impulsieve beslissingen te vermijden.
Nederlandse beleggers blijken kritisch te zijn op beleggingsadvies uit hun directe omgeving. Slechts 5% zegt veel vertrouwen te hebben in adviezen van vrienden of familie. 62% geeft aan hier maar een beetje vertrouwen in te hebben, terwijl 24% zeer weinig en 10% helemaal geen vertrouwen heeft in dergelijke tips.
Toch is er interesse, want 64% wil wel graag meer weten wanneer ze horen dat iemand veel winst heeft gemaakt met een investering. Voor 17% van de ondervraagden komt een onverschillig gevoel naar boven en 13% voelt zich geïnspireerd om zelf ook nog meer te halen uit hun investeringen. 3% is jaloers op de mooie investering.
Opvallend is het verschil tussen mannen en vrouwen in beleggingsgedrag. 40 van de mannen zegt uitsluitend te beleggen op basis van hun eigen strategie, tegenover 28% van de vrouwen. Ook in het vertrouwen in advies van anderen is verschil zichtbaar: 28% van de mannen vertrouwt vrienden en familie niet op dit vlak, bij vrouwen is dat 18%.
woensdag 9 april 2025
OM gaat Rabobank dagvaarden
Jarenlang schoot de bank tekort in het doen van klantonderzoek en het melden van ongebruikelijke transacties.
De aanleiding van het onderzoek was een melding van De Nederlandsche Bank (DNB). Het onderzoek richtte zich op de periode van oktober 2016 tot eind 2021 en bevindt zich in de afrondende fase.
Het overtreden van deze wet kan grote maatschappelijke en economische gevolgen hebben. Witwassen en financiering van terrorisme is namelijk een bedreiging voor de integriteit van het financiële stelsel en voor de veiligheid van de Nederlandse samenleving.
Geopolitieke spanningen benadrukken noodzaak weerbare financiële sector
‘De nieuwe koers die de Verenigde Staten vaart onder president Trump zet Europa op scherp. Vooralsnog hebben de financiële markten de schokken door het onvoorspelbare Amerikaanse beleid en de beleidsreacties daarop soepel geabsorbeerd. Toch vraagt de veranderende status quo om actie. Onze financiële sector is sterk verweven met de VS, Nederlandse pensioenfondsen en huishoudens beleggen veel in Amerikaanse aandelen, we zijn in belangrijke mate afhankelijk van Amerikaanse technologie en een gezamenlijke toezichtsaanpak is niet langer vanzelfsprekend. Dit is oncomfortabel en kwetsbaar’, stelt Laura van Geest.
‘Tegelijkertijd zorgt deze periode voor nieuw momentum in het samenwerken aan een autonomer en concurrerend Europa. Het realiseren van de spaar- en investeringsunie heeft aan urgentie gewonnen. Wij kunnen daaraan bijdragen door fragmentatie op de kapitaalmarkten te verminderen en toezicht te stroomlijnen binnen de EU.’
Uit de publicatie ‘Een eerlijke premie voor loyale verzekerden’, die de AFM tegelijk met het jaarverslag heeft gepubliceerd, blijkt dat bij bijna de helft van de schadeverzekeraars die werden onderzocht loyale klanten soms meer premie betalen dan vergelijkbare nieuwere klanten. Dit kan strijdig zijn met de eerlijke behandeling van klanten en de normen voor productontwikkeling. Vooral potentieel kwetsbare consumenten die niet of nauwelijks overstappen kunnen worden benadeeld, zoals mensen met minder digitale vaardigheden.
Jos Heuvelman, bestuurder AFM: ‘We zijn over de hogere winstmarges voor loyale klanten in gesprek met de betreffende verzekeraars en ook met het Verbond van Verzekeraars. Wij blijven de ontwikkelingen op dit vlak monitoren.’
Het aandeel wettelijke controles uitgevoerd door accountantsorganisaties met een reguliere vergunning die samenwerken met private equity is circa 30%. Dit is hoger dan in voorgaande jaren. De AFM-publicatie ‘Private equity in accountancy: publiek belang onder druk’ gaat in op de effecten daarvan. Voor de AFM wegen de risico’s zwaarder dan de kansen.
Hanzo van Beusekom, bestuurder AFM: ‘De belangrijke publieke taak van accountants om controles goed uit te voeren kan onder druk komen te staan door commerciële prikkels. Het is belangrijk dat accountantsorganisaties oog houden voor het publiek belang en dat ze de kwaliteit van wettelijke controles vooropstellen.’
Zoonlief leidt nep-bankmedewerker om de tuin
Al meerdere keren zijn de ouders van de melder lastiggevallen door nep-bankmedewerkers. Telefonisch vroegen criminelen constant om geld, pincodes en kostbare spullen. Na de zoveelste keer was zoonlief het beu, en schakelde hij de telefoon van zijn vader door naar zijn eigen telefoon.
Toen een nep-bankmedewerker wéér belde, wist hij die op slimme wijze om de tuin te leiden. De zoon moest alvast zijn waardevolle spullen uitstallen op de keukentafel, waarna de medewerker die avond langs zou komen. In de tussentijd schakelde de melder de politie in, en verzamelden zich meerdere agenten om de woning.
Nietsvermoedend dacht de 24-jarige nep-bankmedewerker zijn buit op te kunnen halen, maar niets was minder waar. Bij binnenkomst werd hij geconfronteerd door de zoon. De verdachte nam de benen, en de zoon rende achter hem aan. Een politieagent hield hem vervolgens een stukje verderop aan. De verdachte is meegenomen naar het politiebureau en is daar gehoord. De politie doet verder onderzoek.
dinsdag 8 april 2025
Verzekering elektrische auto vaak duurder dan benzineauto
Pricewise vergeleek de verzekeringspremies van vier uiteenlopende merken elektrische auto's met die van benzineauto's van hetzelfde merk of type: de Renault Twingo ZE (kleine elektrische stadsauto), de Volkswagen ID.3 (middenklasse hatchback), en twee SUV's: de BMW iX1 en de Hyundai Kona EV. Deze elektrische auto's kunnen op drie manieren worden verzekerd: WA, WA+ en allrisk. Omdat elektrische auto's meestal vrij nieuw en duur in aanschaf zijn is allrisk een veelal aanbevolen keuze.
Om de verzekeringspremie te berekenen werd een steekproef genomen met een denkbeeldig persoon, geboren op 1 januari 1980. Deze fictieve automobilist woont in Amsterdam, rijdt 15.000 tot 20.000 km per jaar en heeft tien schadevrije jaren achter de rug.
De maandelijkse premies lopen uiteen van 24,30 euro voor de WA-verzekering van de Renault Twingo ZE tot 72,16 euro voor de allriskverzekering van de BMW iX1. Hierbij is gekeken naar de goedkoopst beschikbare verzekering op Pricewise.nl. Deze premies zijn vergeleken met die van de vergelijkbare typen benzineauto's van dezelfde merken.
Uit de vergelijking blijkt dat de premie van de elektrische auto's rond de 20 procent hoger ligt dan die voor de benzinevariant van hetzelfde merk of type. In alle vier de voorbeelden ben je duurder uit als je de elektrische variant verzekert, ongeacht de gekozen dekking.
Van de vier elektrische auto's is het verschil in premie het grootst met 31 procent bij de Hyundai Kona EV. Bij de BMW iX1 is het premieverschil met 10 procent het laagst. Dat laatste hangt deels samen met het kleine verschil in cataloguswaarde tussen de elektrische en benzine-versie van de BMW (circa 2.000 euro). Dit verschil in aanschaf marginaal, terwijl er wel 10 procent meer premie moet worden betaald. Gemiddeld over alle dekkingen en auto`s uit deze steekproef, ligt het verschil op 20 procent.
Steeds meer mensen kennen de Nederlandse depositogarantie
De overheid en DNB, als uitvoerder van de Nederlandse Depositogarantie, vinden het belangrijk dat alle mensen weten dat hun geld op de bank beschermd is. Met deze bescherming wordt de stabiliteit van de economie en een duurzame welvaart in Nederland versterkt. Inmiddels geeft 68% van de Nederlandse bevolking aan gehoord te hebben van deze garantie, terwijl dit vijf jaar geleden nog 58% was. De bekendheid in Nederland is daarmee hoger dan in de meeste landen waar soortgelijke metingen zijn uitgevoerd en aan publieksbekendheid wordt gewerkt.
Des te groter de bekendheid met de depositogarantie des te beter. Het geeft de rekeninghouder namelijk de zekerheid dat zijn of haat geld binnen zeven werkdagen terugkrijgt als een bank failliet gaat. Als rekeninghouders bekend zijn met de depositogarantie dan biedt dat een goede basis om een beslissing te nemen over hun geld bij een bank. Dit kan helpen voorkomen dat iedereen tegelijk geld opneemt als een bank failliet dreigt te gaan. Dit wordt een bankrun genoemd. Het voorkomen van een bankrun bevordert de financiële stabiliteit in Nederland. En juist dat is de missie van DNB. DNB zet zich gezamenlijk met de Nederlandse banken daarom in om de publieksbekendheid van de Nederlandse Depositogarantie in Nederland te vergroten.
Uit het onderzoek van 2024 wordt duidelijk dat de initiatieven voor een grotere publieksbekendheid van de afgelopen jaren succes hebben gehad. In 2024 verwacht 74% van de ondervraagden hun geld terug te krijgen tot een maximumbedrag. Dat was in 2023 nog 69%. Daarbij geeft 61% van de mensen aan zich eerst te willen oriënteren voordat ze stappen ondernemen als hun bank in de problemen zit, ten opzichte van 55% het jaar ervoor.
Diezelfde onderzoeken laten ook zien dat jongeren en vrouwen een stuk minder bekend te zijn met deze beschermingsmaatregel dan oudere mannen. Zo heeft 53% van de jongeren en 59% van de vrouwen er wel eens van gehoord, tegenover 78% van de ouderen en 74% van de mannen. Daarom is de communicatiestrategie van de afgelopen jaren specifiek gericht op het bereiken van deze groepen, jongeren en vrouwen. Hierbij is gebruikgemaakt van onlinevideo’s en sociale media om de belangrijkste kenmerken van depositogarantie onder de aandacht te brengen.
maandag 7 april 2025
Nederlanders beleggen actiever
Van alle zelfstandige beleggers handelt slechts 26 procent meer dan tien keer per jaar. Toch is het juist deze groep die verantwoordelijk is voor het overgrote deel (86%) van de transacties. Hoewel het transactievolume in 2024 een aanzienlijke stijging heeft laten zien ten opzichte van 2023, ligt het nog steeds onder het niveau van 2021. In dit jaar waren beleggers massaal actief door de relatief gunstige marktomstandigheden.
In 2024 investeerde 29 procent van de beleggers herhaaldelijk. De meeste periodieke beleggers (88%) hebben een sterke voorkeur om dit maandelijks te doen. De gemiddelde periodieke investering bedroeg in 2024 zo een 238 euro. De helft van de beleggers investeert maandelijks tot €150.
Een derde (33%) van de spaarders belegt periodiek, slechts 13% van de niet periodieke spaarders is wel een periodieke belegger.
Van de huishoudens die verwachten de aankomende zes maanden te beginnen met beleggen verwacht 41% zo'n tien procent van hun totale vermogen binnen een jaar te investeren. Toch geeft 36% van de huishoudens aan het komende jaar nog geen plannen te hebben om te starten met beleggen.
Deloitte: 47 procent van Nederland is financieel kwetsbaar
Het jaarlijkse onderzoek, ontwikkeld en uitgevoerd in samenwerking met het Nibud en academici van Tilburg University en de Universiteit Leiden, gaat specifiek in op vijf domeinen: Inkomen, Uitgaven, Sparen, Lenen en Plannen. Uniek in de aanpak is dat het onderzoek de financiële gezondheid van Nederlandse huishoudens in kaart brengt door de samenhang tussen deze vijf domeinen te meten en analyseren.
Over 2024 is er een zorgwekkende ontwikkeling bij jongvolwassenen waarneembaar: het percentage financieel gezonde huishoudens is gedaald van 18% naar 12%. Deze groep wordt geconfronteerd met uitdagingen zoals tijdelijke contracten, schaarste op de woningmarkt en hoge woonlasten. Ze focussen vaak op de korte termijn, wat hen extra kwetsbaar maakt. Bijna de helft verdient minder dan een modaal inkomen, en de financiële stress neemt toe, met velen die schulden moeten maken of hun spaargeld aanspreken om rond te komen.
Toch zijn er ook lichtpuntjes. De financiële gezondheid van vrouwen is sterk toegenomen en het verschil met mannen is nu kleiner. In 2024 is het percentage financieel ongezonde vrouwen aanzienlijk gedaald van 32 naar 25 procent. Bij mannen is dit percentage slechts met 3 procentpunt afgenomen, van 22% naar 19%. Desondanks verblijven vrouwen wel nog steeds vaker in de lagere gezondheidsniveaus dan mannen: 52% van de vrouwen is financieel Kwetsbaar of financieel ongezond, vergeleken met 42 procent van de mannen.
Slechts 3 procent van de Nederlanders praat vaak over hun financiële situatie, wat kan leiden tot onopgemerkte problemen en een vicieuze cirkel van financiële stress. Het onderzoek over 2024 toont aan dat mensen die regelmatig over financiën praten, vaker financieel gezond zijn.
Het onderzoek laat verbetering zien op vier van de vijf domeinen, behalve op het gebied van financiële planning.
Inkomen: Het percentage huishoudens dat (zeer) makkelijk rondkomt steeg van 51% in 2023 naar 57% in 2024. 26% meldt een (veel) hoger inkomen dan het jaar daarvoor (23%). We zien ook dat meer werken loont. De balans tussen werk en privé (53%), gevolgd door de hoogte van het salaris (45%) zijn vaak bepalend voor het aantal uren dat mensen per week werken.
Uitgaven: De inkomens- en uitgavenpatronen waren in 2024 beter in balans. Bij 62% van de huishoudens waren de totale uitgaven (veel) lager dan het inkomen, een stijging ten opzichte van 2023 (57%).
Sparen: Steeds meer huishoudens sparen maandelijks: In 2024 spaarde 71% van de huishoudens (2023: 66%), en de helft zou gemakkelijk het geld bij elkaar kunnen krijgen om de volgende dag een uitgave te kunnen doen ter hoogte van het maandinkomen. Bovendien kan 64% van de huishoudens langer dan zes maanden rondkomen als de belangrijkste inkomstenbron wegvalt.
Lenen: Het percentage huishoudens met consumptieve schulden is gedaald van 47% in 2023 naar 43% in 2024. Daarnaast maakt een groeiend aantal huishoudens zich geen zorgen over schulden: dit percentage steeg van 50% in 2023 naar 58% in 2024.
Plannen: Ondanks de positieve ontwikkelingen in de andere domeinen, blijft financiële planning achter. Ruim een kwart van de Nederlandse huishoudens maakt nog steeds geen financiële planning. Het percentage huishoudens dat geen financiële plannen voor hun pensioen maakt, is gestegen van 24% in 2023 naar 26% in 2024.
vrijdag 4 april 2025
Otto Raspe benoemd tot hoofdeconoom van Rabobank
Raspe werkt sinds 2019 bij RaboResearch en leidde tot zijn nieuwe benoeming het team dat zich naast regionale economie en brede welvaart ook richt op ondernemerschap en duurzaamheid. Met zijn team werkte hij vanuit Rabobank samen met bedrijfsnetwerken en publieke organisaties. Deze samenwerking is erop gericht om de brede welvaart te verbeteren door de kansen en uitdagingen voor de Nederlandse regio’s op dat gebied te onderzoeken. In zijn nieuwe rol zal Raspe zich richten op een breder scala aan onderwerpen, waaronder ook economische verwachtingen en de Nederlandse huizenmarkt.
Voordat hij in dienst kwam bij RaboResearch werkte Raspe bij het Planbureau voor de Leefomgeving en TNO. Hij studeerde Algemene Economie aan de Universiteit van Tilburg en promoveerde aan de Universiteit van Utrecht.
ING introduceert drie nieuwe zakelijke verzekeringen met Allianz Direct
ING biedt, samen met Allianz Direct, naast de nieuwe zakelijke rechtsbijstand-, bedrijfsgebouw- en goederenverzekeringen, ook zakelijke auto- en bestelbusverzekeringen en bedrijfs- en beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen aan. Het afsluiten, wijzigen en opzeggen van een verzekering is volledig digitaal via de ING-app of website en duurt niet meer dan 5 minuten. Klanten kunnen via deze route ook eenvoudig en snel claims beheren en indienen.
Met de nieuwe verzekeringen versterkt ING het brede scala aan financiële producten en diensten om het Nederlandse bedrijfsleven, van groot tot klein, te ondersteunen. Klanten hebben via de ING-app naast de zakelijke verzekeringen direct toegang tot diverse leasemogelijkheden, handige btw-spaartools, spaaropties en boekhoudpakketten. Bovendien biedt ING ondernemers een directe lijn naar gespecialiseerde adviseurs voor financieringsadvies, duurzaamheidsfinanciering (zoals een groenlening) en diepgaande sectorkennis en beleggingsopties. Daarmee kunnen klanten werken aan de financiële gezondheid van hun bedrijf dat voor ING een belangrijk onderwerp is.
Sinds 2023 werkt ING samen met Allianz Direct om een breed scala aan verzekeringsproducten voor ondernemers aan te bieden. Deze samenwerking stelt ING in staat om hoogwaardige verzekeringen tegen scherpe prijzen en goede voorwaarden aan te bieden. Allianz Direct profiteert van een sterke strategische partner om hun producten en diensten beschikbaar te maken voor klanten in Europa.
donderdag 3 april 2025
Goudwisselkantoor introduceert drie beleggingspakketten
De belangstelling voor tastbare en stabiele investeringen blijft groeien, vooral nu financiële markten zeer volatiel zijn. Edelmetalen spelen hierbij een steeds grotere rol, als bescherming tegen inflatie en als manier om vermogen buiten het bancaire systeem op te slaan. In verschillende landen, zoals de Verenigde Staten en Duitsland, worden al beleggingspakketten aangeboden die het investeren in edelmetalen vergemakkelijken. Deze pakketten maken het voor investeerders eenvoudiger om zonder diepgaande marktkennis een doordachte keuze te maken. Goudwisselkantoor heeft in de samenstelling van deze beleggingspakketten populaire en erkende edelmetaalproducten gecombineerd en zo risicospreiding gestimuleerd.
In Nederland was zo’n aanbod tot nu toe afwezig, terwijl de interesse voor waardevaste vormen van beleggen groeit. Met de introductie van drie beleggingspakketten voor goud en zilver brengt Goudwisselkantoor hierin verandering. De pakketten zijn samengesteld op basis van verschillende beleggingsprofielen: van een toegankelijk instappakket voor beginners tot een bredere samenstelling voor beleggers die hun portefeuille willen verbreden.
Ook voor verzamelaars biedt Goudwisselkantoor een pakket, met historische en bijzondere edelmetaalproducten. 'Met deze beleggingspakketten spelen we in op een ontwikkeling die internationaal al langer bestaat. Ook in Nederland zien we dat mensen uit alle lagen van de bevolking - van jong tot oud en van vermogenden tot mensen met een modaal inkomen - zich bewust worden van de kansen die beleggen in edelmetalen biedt. Zo is het aantal beleggingen in goud in vijf jaar tijd verdubbeld', vertelt Johan de Ruiter, CEO van Goudwisselkantoor.
De nieuwe beleggingspakketten zijn samengesteld op basis van de wensen van verschillende typen beleggers:
Beleggingspakket Startersset
• Beleggingspakket voor startende beleggers met een stabiele mix van goud en zilver, zodat het koersrisico tussen deze twee edelmetalen goed wordt gespreid
• Het pakket bevat een goudbaar van 10 gram en vijf stuks van de populaire zilveren munten Krugerrand, Philharmonikeren Maple Leaf
Beleggingspakket Slim Beleggen Bundel
• Beleggingspakket voor beleggers die efficiënt en gediversifieerd willen investeren in edelmetalen; het pakket bevat een strategische mix van goud en zilver
• Het pakket bevat onder andere drie goudbaren vervaardigd uit 99,99 procent puur goud van 31,1 gram en 33 zilveren Maple Leafs
Beleggingspakket Klassiekers in Edelmetaal
• Beleggingspakket voor beleggers die naast waarde-opbouw interesse hebben in de historische en verzamelwaarde van edelmetalen
• Het pakket bevat onder andere een Nederlands gouden tientje, een Gouden Sovereign en een kilo zilveren munten uit Nederland